Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen

Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen
TWEE RARE FAMILIES BIJ ELKAAR.....!!! WAT EEN FEEST.....

maandag 29 november 2010

Moeders zonder grenzen heeft weer visite


Hai Elise,
Welkom op ons blog.
Je bent de tweede gast. En weet je, ik ben gek op visite!
Zeker op virtuele visite.
Lekker veilig. Ik hoef mijn lippenstift niet op, het rokje hoeft niet aan en de hoge hakken blijven in de kast.
In mijn studerende tijd had ik veel lol. Onbezorgde lol. Een lol van een formaat dat ik daarna nooit meer heb meegemaakt.
Eerlijk gezegd hoefde dat ook niet. Wat zeggen ze dan ook alweer “I’ve been there, seen that and done that!”.
Nou, dat gaat voor mij ook wel op. Ik heb een hoop meegemaakt.
En toen ging ik ook nog wonen op Curacao. Ook daar leek het wel een feestje.
Zon, zee en nog meer zon. Én vrijheid, wát een vrijheid. Wat wil je nog meer?!!?
Wij hadden niet veel meer nodig.
En toen kwam Joris.
En toen werd alles anders.
Ook op visite gaan.
Toen Joris klein was was het geen probleem.
Zo’n klein schattig bruinverbrand mannetje met bruine ogen en witte haren kon niemand weerstaan.
We namen hem overal mee naar toe.
Ook later nam ik hem altijd mee. Alleen was het niet altijd meer zo gemakkelijk.
Die kleine peuter werd een slungelige knul die dan ook nog het liefst bij mij op schoot zat.
Menig feestje heb ik in groot gezelschap gevierd, samen met mijn zoon.
Létterlijk samen met mijn zoon.
In een volle kamer kon ik me soms erg eenzaam voelen.
Nu is Joris twaalf. Hij is anders en ons leven is anders.
Nog steeds neem ik hem overal mee naar toe.
En weet je, het wordt steeds gemakkelijker.
Ik weet niet of hij gemakkelijker wordt of dat ik er in de afgelopen jaren gewoon aan gewend ben geraakt. Soms zit hij nog steeds op schoot. Soms ben ik nog steeds eenzaam. Maar steeds vaker ook niet.
Ook wordt hij ouder. Hij schiet de puberfase in. Hij krijgt een eigen leven naast zijn leven met mij, dat hoort ook zo.
Hij gaat af en toe een weekend logeren.
Het kost me soms nog erg veel moeite, dat afstand nemen van mijn bink. Die tweede navelstreng zit héél stevig vast!!
Maar zo krijg ik ook weer een beetje een eigen leven juist ómdat Joris gaat logeren.
En zo klopt het allemaal weer een beetje.
Ik doe dan weer de lippenstift op, het rokje aan en ga op pad.
En hoe is dat met Ties. Houdt hij van visite?!
En jij??

Hoi Esther,
Grappig, bij mij is het juist omgekeerd.
Ik was een tobberige, dagboekschrijvende puber.
Een laatbloeier.
‘Het leven bestaat uit wachten’ had ik ergens uitgeknipt en boven mijn bed gehangen. Wachten op borstjes.
Wachten op een vriendje.
Wachten op het leven om eindelijk te beginnen.
Terwijl mijn vriendinnen identiteitspasjes vervalsten om avond na avond de disco in te kunnen, zat ik liever lekker het hele weekend bij mijn oma een trui te breien.
Van het studentenleven, in Leiden, zag ik ook zes jaar lang de lol niet echt in.
Ik had het idee dat iedereen een code had gekregen, die ze mij waren vergeten door te geven.
Snapte het systeem niet, snapte de mensen niet, snapte mezelf niet.
En toen werd ook voor mij alles anders.
Op mijn dertigste werd ik opeens wakker.
Ik veranderde van man, van baan en van vriendenkring.
Een jaar later was ik zwanger van Ties.
Ja, we zaten midden in een afgrijselijke verbouwing.
Maar het was zonde van mijn energie om daar wakker van te liggen.
Ja, hij werd zes weken te vroeg op het nippertje met een keizersnee gehaald.
Maar hé, ik had een prachtzoon en het kwam vast allemaal wel goed.
De maanden erna weigerde ik te zien dat er iets met hem aan de hand was.
Ik heb stralende foto’s van mezelf, met een loenzende, slappe baby waar overduidelijk wat mis mee was.
Piekeren? Waarom: ik was eindelijk echt, oprecht gelukkig.
En dat bleef ik.
Zelfs toen we na een maand of zes door werden verwezen naar de neuroloog.
Zelfs toen we na een jaar zijn kapotte hersenen op een MRI scan zagen.
We zijn nu bijna 9 jaar verder.
Ties kan niet lopen, niet zitten, niet praten en niet eens het pookje van een elektrische rolstoel bedienen.
Ik herken inderdaad jouw momenten met Joris.
Het logeren, het eenzame gevoel in een kamer vol mensen met kinderen die wél zelf kunnen spelen en niet gevoerd hoeven worden.
Maar gek, juist nu ik een ‘echt’ probleem heb, ben ik gelukkiger dan ooit.
De pieken winnen het van de dalen.
Als ik zie hoe knap hij met zijn hoofd zijn rolstoel en computer bedient.
Of als hij de slappe lach heeft.
Of als hij ‘mama’ zegt, één van de weinige woorden die hij uit kan spreken.
Dus de lippenstift gaat elke dag op.
Soms denk ik wel eens dat Ties míj het leven heeft geschonken, in plaats van andersom.

Veel liefs,
Elise

P.S. Knap hoe jij het allemaal in je eentje redt. Die trotsemoeder award was terecht!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten