Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen

Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen
TWEE RARE FAMILIES BIJ ELKAAR.....!!! WAT EEN FEEST.....

maandag 27 juni 2011

Het derde oog??

Hé Willemien,
Joris is een bijzonder kind. Dat zeg ik wel vaker.
Hoe bijzonder hij eigenlijk is weet nog steeds niemand…
Hij heeft donkerbruine ogen die je doordringend aan kunnen kijken.
Er gaat zoveel om in zijn hoofd en zoveel van wat daar omgaat weet ik niet.
Ik ben niet zo van de reïncarnatie enzo maar geloof wel dat er meer is tussen hemel en aarde dan wij weten en soms denk ik ook wel dat Joris daar meer vanaf weet…
Vroeger toen hij in zijn wiegje lag keek hij me al zo serieus aan. Alsof hij wilde zeggen “Haal me hieruit, ik bén helemaal geen baby”.
Maar ja, lopen deed hij pas toen in alle boekjes stond dat ik me toch wel ernstig zorgen moest gaan maken, als hij nu nóg niet liep. Ook praten deed hij in zijn eigen tempo, wederom laat!
Dus om nou te zeggen dat hij zelf een beetje actief meewerkte aan dat proces van ouder worden?? Hmm, nee!
En zo is het eigenlijk altijd gebleven. Hij keek meer dan dat hij deed.
Altijd bleven die donkerbruine kijkers observeren en mensen indringend aankijken. Net alsof hij wel wist wat ze dachten en alsof hij wel voelde wat zij voelden.
Ik heb er nooit écht aandacht aan gegeven. Het hoorde gewoon bij Joris.
Ik zei wel eens tegen mensen: “Hij is je even aan het “scannen”met zijn ogen”.
Ook kan Joris nog steeds, bijna liederlijk vertellen over hoe fijn en gezellig hij het wel niet had, daar in mijn buik. Als hij erover praat gaan zijn donkerbruine ogen glimmen!
Ik geloof hem direct!
Ook noem ik Joris wel eens “kak-makkeljk”.
Daarmee bedoel ik niet dat ik zo’n héérlijke gebruiksvriendelijke jongen heb, I wish, nee, ik bedoel dat hij zich van alles laat overkomen en gebeuren. Hij hoeft voor sommige dingen hélemaal geen moeite te doen.
“Contact maken” bijvoorbeeld.
Overal waar we komen begint Joris direct te kletsen en iedereen kent ‘m dan ook. Hij informeert, vraagt en is belangstellend en dat vinden (de meeste) mensen leuk.
Hij stelt héle directe vragen, zonder gene en het vreemde daaraan is dat hij bijna altijd antwoord krijgt ook! Dat maakt het trouwens voor mij ook leuk!!
Vroeger als wij een feestje hadden zei ik wel eens gekscherend, ik stuur eerst Joris even de kamer in dan weet ik meteen wie daar de moeite waard is.
Joris heeft namelijk het zesde zintuig. Het zesde zintuig voor “goede mensen”.
En dat is me toch handig!!
Overal waar wij komen ontmoeten we eigenlijk bijna altijd alleen maar aardige mensen. We sturen Joris namelijk vooruit!
Dus een zesde zintuig. Dat klinkt namelijk best leuk! En ik gun Joris zo graag iets leuks!!
Inmiddels is Joris dertien. Hij maakt nog steeds geen haast. Niet met lezen, niet met schrijven, niet met rekenen.
Met niets eigenlijk.
Maar “contacten”heeft hij nog steeds overal.
Hij praat namelijk nog steeds met “leuke lui”… en ik dus ook!
Het enige dat hij wel graag met een béétje vaart doet is fietsen en autorijden.
Dus… als ik nou eens een beetje toekomst zou gaan voorspellen…
Dan lijkt buschauffeur mij wel wat, met iedereen een praatje en óók nog altijd op tijd, omdat ‘ie lekker doorrijdt.
Maar ja, voorspellen kan ik niet. Een zesde zintuig heb ik ook niet.
En toch weet ik, met vrij grote zekerheid dat Joris geen buschauffeur zal worden…
Maar blijven dromen mag... Toch?!
En bij jou? Heeft Ebel ook een zesde zintuig?!

He Esther,
Ik ga jou vandaag ook meenemen in de mystieke kant van ons leven.
Ja, je leest het goed. Het wordt tijd om een tipje van die sluier op te lichten.
Eigenlijk kwamen er al heel snel nadat het met Ebel minder goed ging mensen die me er op attendeerden dat Ebel misschien een reïncarnatie doormaakte om ervaringen uit een complexe vorig leven te verwerken. Anderen opperden dat hij de wereld vanuit een derde oog op een ander manier bekeek en vaak zeggen mensen dat hij dingen waarneemt die wij gewone mensen helemaal net kunnen zien, horen of voelen. Het plaatsen van maanstenen zou Ebels bewustzijn stimuleren of juist kalmeren en met een wichelroede zouden we de beste plek voor zijn bed kunnen bepalen
Ik heb er nooit veel aan of mee gehad.
Waar ik wel heel veel aan heb gehad, en nog steeds heb, is aan mensen die meeleven en meedenken. Aan mensen die zich inspannen om het even voor Ebel makkelijker te maken. Alle adviezen die ik hierboven beschrijf, vielen voor mij in die categorie en daar lag hun waarde.
De laatste jaren, met name nu Ebel op zijn manier toch veel beter praat, heb ik mijn cynische houding moeten bijstellen. Ebel zegt namelijk af en toe dingen die echt zo vreemd zijn dat ik er geen verklaring voor heb.
Ik zal je eens wat voorbeelden geven.
Anderhalf jaar geleden waren we bij een therapeute. We gingen weg en maakten een nieuwe afspraak in maart.
‘Tot mei,’ zei Ebel vrolijk bij de deur.
De therapeute lachte lief. ‘Tot maart, ‘zei ze.
‘Tot mei,’ zei Ebel kortaf en hij liep weg.
In maart belde de therapeute, ze moest de afspraak verzetten. We maakten een nieuwe afspraak in april. Ook die afspraak ging niet door en zo zagen we haar weer in mei.
Ebel gaat elke zes weken voor beugelcontrole. Dit keer lag hij op de stoel voor nieuwe elastiekjes en ik liep even naar de balie om een nieuwe afspraak te maken. Die balie is in een andere ruimte, best ver weg van de ruimte waar Ebel lag met zijn mond open terwijl de leuke assistente met hem over Disney praatte.
Het was een heel gedoe. De een met vakantie, de ander met zwangerschapsverlof. Uiteindelijk kwam er een afspraak wel negen weken later en op een andere dag dan gebruikelijk. Het was niet anders. Ik kreeg een kaartjes, stopte dat in mijn agenda, stopte mijn agenda in mijn tas, deed mijn tas dicht en liep toen terug naar Ebel. Die lag nog lekker in de stoel en het ging nu over Disneyland.
Alles klaar, Ebel stond op en we liepen samen naar de deur.
‘Tot zes april,’ zei Ebel zomaar.
Pas in de auto durfde ik het kaartje te pakken om te controleren wat ik eigenlijk best wist.
Uw volgende afspraak is op zes april, stond er.
Ik keek naar Ebel en Ebel keek uit het raam.
Wat ziet hij daar eigenlijk allemaal?
Nu kreeg Ebel, na heel veel gedoe, een vervolgindicatie voor de school in Vries voor vier jaar. Ebel zag de brief liggen, pakte hem op, las hem en legde hem rustig terug.
‘Ebel januari 2012 nieuwe school,’ zei hij.
‘Je mag nog vier jaar in Vries blijven,’zei ik.
Kortaf, maar vriendelijk, herhaalde Ebel; ‘Ebel januari 2012 nieuwe school.’
Ik maak je hierbij tot mijn getuige, en onze lezers erbij. We zullen zien.
En nee, een goede vriendin opperde het ook al, maar Ebel doet geen eindcijfers van de Staatsloterij.

dinsdag 21 juni 2011

Samen staan we sterk


Ha Esther,
Wat me nu toch gebeurd is.
Ik kreeg een telefoontje van mijn eerste uitgever dat er een derde druk komt van mijn eerste boek en die hele oplage van duizend stuks is dan ook meteen opgekocht door een groot bedrijf dat al zijn medewerkers een exemplaar gaat geven.
Dat werd me zo even door de telefoon gemeld.
Ik ging gauw met de auto aan de kant van de weg staan, want ik trilde gewoon en ik kreeg een vette dikke prop in mijn keel.
De uitgever deed verder heel luchtigjes hoor, er daar is een nieuwe mevrouw maar die lijkt er op de vorige, net zo’n ‘warm’ type. Er kon geen complimentje of vriendelijk woord af.
Maar dat kon me nu gewoon even helemaal niets schelen en ik heb echt dagen met mijn hoofd in een dikke, roze wolk gelopen.
Derde druk, fijn!
Duizend exemplaren, tof!
Maar dat een groot bedrijf het verhaal van Ebel en mij, en daarin het verhaal van zoveel moeders en hun vreemde zonen, zo de moeite waard vindt dat ze het aan al hun medewerkers wil laten lezen.
Dat is zoveel meer dan tof en fijn, dat is niet zomaar in woorden te vangen.
Het gaat niet goed met Ebel.
Hij is raar, hij is onzeker, hij hangt aan me, hij drijft me tot wanhoop.
Hij was een week vrij.
Die week duurde heel erg lang, met die rare Ebel de hele tijd om me heen.
Ik liep soms echt bijna te knarsetanden.
Maar dan dacht ik snel weer aan mijn derde druk en dan ging mijn mond vanzelf weer lachen en daardoor werd Ebel ook weer een beetje blij.
Wat een impact heeft het als mensen je verhaal willen lezen, willen proberen te begrijpen hoe raar ons leven is, willen proberen in te voelen hoe ik soms bijna uitgeput ben maar hoe er altijd weer, ergens onderin mijn kleine teen, net nog dat restje liefde zit wat ik dan nodig heb om Ebel toch weer op mijn schouders te hijsen en door te lopen.
Ik ben al die lezers dankbaar, ze betekenen meer dan ze misschien beseffen.
En datzelfde geldt voor de trouwe lezers van ons blog, dus deze week wil ik ze graag eens even heel hartelijk bedanken voor hun aandacht, hun trouw en het feit dat ze onze vreemde lot van afstand willen delen.
Ik, wij, hebben jullie warme aandacht echt nodig.

Hé Willemien,
Het is dat ik even alcohol-loos ben anders zou ik dikvet op je proosten!!!
Wat een goed nieuws… en dat is nog een understatement.
Dát zijn de telefoontjes waar we op wachten.
Ik weet nog dat ik het zo fijn vond toen die tijd aanbrak dat je op je schermpje kon zien wie er belde. Als de telefoon ging kon ik kijken wie het was en dan alsnog kon ik besluiten om niet op te nemen. Wat een luxe.
Ik vraag me tegelijkertijd ook af of ik misschien héél véél mooie dingen heb gemist.
Vaak heb ik “nummer onbekend”of “anoniem”niet opgenomen. Dan was ik druk, of juist hélemaal niet druk en had ik geen zin in een telefoongesprek.
Zou ik daarmee ook kansen gemist hebben!? Leuke mensen misgelopen zijn of kansen hebben laten lopen??
Vandaag ging ook de telefoon, ik zat net aan mijn eerste bak koffie en het was even stil in huis….
Gisteren was een heftige dag met veel drukte, ik verdiende dit!
Ik kijk op de display en zie “anoniem”, ik neem op, “zen” als ik ben….
Zodra ik hoor dat het een juf van school is slaat mijn hart al over, ken je dat?! Je weet dat ze niet voor niets bellen! Terwijl de juf praat, denk ik al vooruit in mijn hoofd, worden allerlei alarmbellen in werking gezet en voel ik de “zen”uit me weg vloeien…
En nu dus een gesprek, vanmiddag vlak voordat de bel gaat… De dag lijkt ineens een stuk minder zonnig….
Ik weet waar het over gaat, ik weet ook wat het probleem is en waar het vandaan komt, sterker nog, ik weet ook al hoe het probleem over kan gaan.
Maar staan zij daar open voor?!?
En daarom, daarom ben ik zo blij voor jou met je eerste boek dat weer “in the picture”komt, daarom ben ik zo blij met ons boek dat nog steeds aandacht krijgt…
Want omdat wij blijven schrijven gaan anderen ons hopelijk begrijpen, en, belangrijker, snappen ze alle Jorissen en Ebels ook wat beter. En nóg belangrijker, kunnen we elkaar allemaal helpen!
Ik ben zo blij met mijn “club van rare ouders”, blij met alle commentaren die ik krijg op al mijn schrijverij. Herkenning is zó fijn!
Voor onze jongens gelden de standaard regels niet… wij moeten creatief zijn, vindingrijk en vooral open staan voor wat zij willen.
Jij zegt het al “mijn mond ging lachen en daardoor werd Ebel ook weer een beetje blij”
Ik ga er voor zorgen dat Joris ook weer blij wordt.
Ik stap zo op de fiets, duim je voor me?
En dan trek ik vanavond tóch die fles open, voor jou!!
#SAMEN STAAN WE STERK#

zondag 12 juni 2011

Hopen en helpen......

Ha Esther,
We hebben een heel bijzondere paar dagen gehad.
Eerst belde de uitgever van mijn eerste boek dat een bedrijf een heel groot aantal van mijn boeken wil bestellen. Ik had van die hele uitgever al tijden niets meer gehoord. Ze zijn wat dat betreft net zulke warme typjes als onze gezamenlijke uitgever, alhoewel , van mijn eerste uitgever kreeg ik twee keer een kerstkaart en dat is dan toch weer een warm bad vergeleken bij onze gezamenlijke uitgever die al lang niet meer de moeite neemt onze mailtjes te beantwoorden.
Maar goed, daar gaat het nu niet over.
Het goede nieuws ging verder. Ik had een maand of twee geleden - en bijna ten einde raad - een fonds aangeschreven voor geld om een keer een echt grondig en gericht onderzoek bij Ebel te laten doen, van top tot teen en alles daartussen.
Het fonds belde, ze gaan helpen! Zelf zijn ze niet stinkend rijk, maar ze beginnen met een paar duizend euro en dan gaan ze samen met ons verder vragen.
Samen met ons!
Dat komen we niet vaak tegen.
Nu kan ik het al niet laten na te denken over waar we onze vragen gaan voorleggen en aan wie.
Het is maar goed ook, dit bericht, want Ebel is niet in goede doen. Hij is vastgeklonterd, hij is bleek en bekaf terwijl hij bijna niets doet, hij stinkt en hij is een beetje in de war. Hij wordt er gek van, en wij worden er gek van. Ik ben al dat gedoe, met die luiers, die resten poep op de tegelvloer en in de was waardoor alle kleren zuur ruiken, ineens ook zo vreselijk zat!
Dit gaat al dertien jaar zo.
Ik ben er gewoon zo ontzettend klaar mee.
Tot slot hebben we een schattig haasje besteld, dat zou bij Ebels boek komen, maar dat traject klonterde net zo vast als zijn ontlasting. Maanden heb ik er helemaal niets meer mee gedaan, mijn plezier erin was volledig verdwenen, maar nu kwam het bericht dat de door Ebel ontworpen knuffel, de kleine Angsthaas, klaar is. We kregen ook nog eens korting van de leverancier, zomaar, omdat hij het zo mooi vindt wat we doen.
Eigenlijk had ik al een tijdje last van dat vleugje wanhoop dat wij Moeders zonder Grenzen allemaal kennen, het gevoel dat het niet goed gaat, dat je niet verder komt, maar achteruit gaat. Blijkbaar had de wind een vleugje van mijn wanhoop op haar vleugels genomen en verspreid bij goede en aardige mensen die ons gaan helpen.
En of al dat helpen Ebel en ons ook echt gaat helpen?
Geen idee.
Maar het helpen zelf helpt al zoveel!

Hé Willemien,
Samen met ons?
Goh, ik heb juist de laatste tijd soms zo het gevoel van “samen tegen ons”.
Toegegeven, dat komt met name door de verhitte politieke discussies die nu gaande zijn over de zorg en oa het PGB. En dus over Joris.
Maar daar praat ik verder niet over, daar wil ik het gewoon even niet meer over hebben. Noem het struisvogelen, noem het zelfbescherming, noem het hoe je het wilt. Voor mij werkt het even het beste zo. Negeren.
Ik kan het er gewoon even niet bij hebben.
En ik kan het doen….. even ervan weglopen, negeren.
Helaas pindakaas, met Joris lukt dat niet.
Dát zou nog eens fijn zijn.
Gewoon, even, als ik er geen zin meer in heb steek ik mijn kop in het zand.
Als ik er even geen zin meer in heb ga ik gewoon even weg.
Als ik er geen zin meer in heb…..
I wish!! Ik heb geen keus. Zélfs als ik er geen zin in heb moet ik door, onvermoeibaar.
Joris schiet, zoals je weet, recht de puberteit in. Iedere ochtend checken we okselharen en laatst ontdekte hij een borsthaar(tje)!!
So far, so good.
Het hoort erbij, je bent 13 en…..
We zijn in het zwembad en Joris heeft sjans. Met een leuk blond meisje. Ze kijkt eens naar Joris en hij kijkt terug en zegt “Hoi!”, dat doet hij immers tegen iedereen. Ze kijkt, zélfs een beetje blozend, terug en zegt ook “Hoi”, ze lacht er een beetje verlegen bij.
“Mag ik even met jou band?”, vraagt ze heel schattig.
Joris kijkt haar wat onnozel aan. Hij zegt niets. Met zijn lange dunne benen rent hij dan, als een klein blij kind naar mij toe en vraagt met harde stem “Mam, mag dat meisje wel even met onze band?” Voordat ik antwoord kan geven is het al gebeurd.
Het meisje loopt weg, ze kijkt nog een keer om met mooi verbaasde bruine ogen… maar haar interesse is verdwenen, zomaar ineens. Joris wil haar de band nog toegooien maar het heeft al geen zin meer…
Joris stapt op de band en glijdt zelf nog maar eens van die glijbaan. Hij heeft het nog niet helemaal in de gaten.
Ik zit met tranen in mijn ogen.
Mijn grote, kleine jongen met die gierende hormonen in zijn lijf….
Samen met ons??
Ik voelde me even heel alleen daar in dat zwembad…
Weglopen ging, alwéér , niet.
Maar ik dwaal af.
Je hebt het over je eerste boek, goed man! Hopelijk komen óók daar weer mooie dingen uit.
Ik ben bezig met een tweede, een derde en een vierde boek. Ik bruis van de ideeen en heb zoveel te vertellen. Over Joris, over mijn “gekke gezin”, over chocola en over echtscheidingen.
Voor grote mensen en voor kleine mensen, ik schrijf en schrijf en schrijf.
Als ik dat niet had….!
Wat denk je? Zou de wind een vleugje van mijn hoop meenemen en een leuke uitgever mijn kant opblazen!?!?
Weet je wat ik ook wel zou willen, dat er vele winden zouden waaien, die overal en bij iedereen af en toe een beetje hoop, kracht en extra liefde brengen.
Dát zou nog eens helpen!!
Blaas je met me mee!??!?

zondag 5 juni 2011

Het gewone leven......???!

Ha Esther,
Hemelvaart. Vier dagen vrij.
De zon schijnt en de kranten blijven ongelezen, de televisie staat niet aan, er kunnen enorme rampen gebeurd zijn, elders op de wereld, maar wij weten van niets. Onze dagen draaien om asperges, koele witte wijn en om niets doen. We zijn bij het meer, of ruimen thuis vijf oude bakken met gereedschap op totdat we er nog twee net gesorteerde bakken over hebben.
Kan het mooier?
Morgen is dit cadeautje voorbij en begint het gewone leven weer. Net werd ik even wakker, ik wilde me omdraaien, maar ik bedacht dat al die bakjes eten voor Ebels week op school gekookt moeten worden, dat ik mijn zondag stukjes op tijd wil maken en dat er bergen wasgoed liggen. In het stille huis heb ik dus weer de draad opgepakt en zit met jou te bloggen met de hond en een van de twee katten bij me, de rest van het huis stil en iedereen met een roodbruine neus nog heerlijk in slaap.
Ebel’s neus is ook roodbruin, maar dat komt ook omdat er wondjes zitten. Hij krijgt de laatste tijd steeds vaker bloedneuzen. En al dat heerlijke nietsdoen is voor ons een keus maar voor hem niet. Hij lijkt op het moment heel weinig energie te hebben, ligt ’s middags steeds weer een paar uur te slapen en zit rillend naast me in de bloedhete auto.
‘Ebel zo koud.’
Wat er speelt?
Geen idee.
Ebel was een tijdlang opvallend fit en sterk, maar nu zit de klad erin.
We waren woensdag bij een arts in Amsterdam die Ebel onderzocht.
De komende tijd gaan er een paar beslissingen genomen worden over lichamelijke ingrepen.
‘Want zo gaat het niet meer.’
Het gaat dan met name over Ebel’s spijsvertering.
Hij vertelde me niets nieuws.
Wij zien thuis allemaal dat het systeem stuk is.
‘Of we opzien tegen ingrepen,’ vroeg de arts.
Ik lachte hem bijna in zijn gezicht uit.
Wij?
Na de afgelopen veertien jaar?
Maar ik lachte niet en zei dat we er wel een beetje tegenop zagen maar ook begrepen dat het nodig is.
En dat was eigenlijk de waarheid.
Zo gaat het leven straks weer verder. Maar vier dagen lang deden we net of er geen wolkje aan de hemel was, en dat was er ook niet. En mijn tranen om Ebel vielen in mijn witte wijn, zodat niemand ze zag.

Hé Willemien,
Jouw tranen vielen in de witte wijn die van mij zwommen weg in de Noordzee.
Ik was met Joris en Sophie een paar dagen “thuis”, want zo voelt het, met de zee binnen handbereik.
We huurden een huisje vlakbij het strand en genoten van elkaar en van de zon.
Als ik iets goed kan is het “struisvogelen”, ik heb letterlijk een paar dagen mijn kop in het zand gestoken.
We hadden geen tv, geen radio en de krant bleef niet alleen dicht, ik had er niet eens één.
Mijn gezin was mijn werkelijkheid.
En die werkelijkheid is niet altijd even gemakkelijk.
Joris pubert flink en het verzet stuitert eruit.
Als ik hem zie rennen over het strand, de wind in de haren en al die vrijheid om hem heen zie ik dat hij in zijn element is.
Zijn wangen en zijn nekkie zijn helemaal bruin, de sproeten komen tevoorschijn op zijn neus. Verder blijft hij wit want hij blijft stug zijn t-shirt met lange mouwen aanhouden, zélfs daar op dat warme strand!
Hij blijft een “rare vogel”…
Helaas zit zijn leven niet altijd zo ongecompliceerd in elkaar als daar, daar op dat grote strand met al die ruimte en vrijheid die hij eigenlijk zo nodig heeft…
’s-Avonds als ze moe en bruinverbrand op bed liggen doe ik, in dat knusse huisje, toch mijn laptop even open en de berichten over PGB’s en grootse veranderingen sijpelen van mijn beeldscherm af.
Ik voel verdriet, angst, woede en onmacht.
Ik doe heel erg mijn best om verder te “struisvogelen”maar de PGB-berichten weten toch steeds weer mijn hersenpan binnen te komen.
In wat voor wereld leven wij?
Of wij nog ergens tegenop zien??
Weet je, wij kunnen alles aan. Wij doen die lippenstift op en doorstaan alles.
Maar soms….. som s is het gewoon even genoeg.
We gunnen niet alleen onszelf die rust maar we gunnen vooral onze jongens rust.
Ik gun ze zo dat ze vrij en blij door de branding kunnen rennen, dat ze in hun eigen wereld geen zorgen, pijn en narigheid kennen.
Maar zo zit het niet in elkaar. Niet voor ons en zeker niet voor hen.
Mijn tranen verdwijnen met iedere golf ver weg. Maar weet je, mijn verdriet, voor ons en vooral voor Ebel en Joris en al die anderen zit vlakbij.
Dit keer is er niets bijzonders aan… dit keer doet het doodgewoon pijn!!!
En ik wens jou, maar vooral ook Ebel héél veel succes met alles wat komen gaat.
Onze jongens gaan het redden, en weet je waarom?!?!
Omdat ze ons hebben!!!!
En daar kan geen dokter, geen minister, geen PGB en niks of niemand tegenop!!!
Dikke kus voor jou en Eeb!!
X Esther