Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen

Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen
TWEE RARE FAMILIES BIJ ELKAAR.....!!! WAT EEN FEEST.....

woensdag 10 november 2010

Een andere planeet........

He Maaike,
Welkom op ons blog.
Welkom in de wereld van Moeders zonder grenzen!
Ze zeggen vaak “hoe meer zielen, hoe meer vreugd”, dat gaat voor ons bijzondere moeders zeker op.
We hebben allemaal iets heel speciaals te delen!!
Ik las van de week een boekje.
Het heet “Lucia en de blauwe planeet”.
Het is een sprookje over een meisje met een ernstige stofwisselingsziekte. Ze is overleden toen ze 10 jaar was.
Een bijzonder boekje over een bijzonder meisje.
Terwijl ik het boekje lees slaat één zin er bij mij in als een bom.
Lucia zegt op een gegeven moment de woorden : “De mensen keken me na totdat hun hoofd er bijna afviel. Denk je dat ze zagen dat ik van een andere planeet kwam?”
Gek he, ik lees niets nieuws. Ik lees over iets dat ik al jaren meemaak en toch als ik het zo zwart op wit zie staan vind ik het weer confronterend!
Ook wij blijven die blikken ontvangen.
Joris, Sophie en ik gingen naar de film.
Sophie wilde dolgraag naar Foeksia en mij leek dat eerlijk gezegd ook wel leuk!
Joris is niet zo’n bioscoopganger.
Lang stilzitten en veel lawaai is eigenlijk niets voor hem.
Ik had echter in de voorstukjes al gezien dat er vieze geluiden worden gemaakt en dat er grote bulldozers te zien zijn.
En dat vindt Joris dan weer wel leuk.
We gaan zitten en de film begint.
Voor Joris zit een meisje. Ze kijkt af en toe om.
Het lijkt alsof ze Joris wel een “coole bink” vindt. Joris heeft niets in de gaten en lacht een beetje naar haar.
Voor haar een reden om wat vaker om te kijken.
De beloofde vieze geluiden komen al snel en Foeksia weet de aandacht van Joris goed vast te houden!
Dan is het pauze.
Joris wil wel een sinas. Een grote.
En ik, ik vergeet even dat Joris Joris is en hij krijgt die grote beker. Vol prik.
Ik bedenk me de gevolgen pas als Joris net het laatste restje uit zijn beker slurpt.
Het meisje gluurt nog steeds en blijft lief glimlachen.
Ook haar moeder kijkt eens om.
De moeder en ik grijnzen naar elkaar. Een soort blik van verstandhouding.
Joris drinkt die grote beker in 1x leeg en dan, ineens ……………. een hele dikke vette boer.
Zonder gene.
Ik schrik ervan al had ik hem verwacht.
Het meisje voor ons schrikt ook, haar moeder nog meer.
Joris ligt dubbel van het lachen.
“Hard he mam?!”, zegt hij ook nog, heel hard en bijna trots.
De moeder pakt de arm van het meisje en zet haar recht in de stoel. Het meisje kijkt nog even en weet niet of ze nu mag lachen of niet.
De moeder weet het wel. Het mag niet.
De jongen die net nog de ideale schoonzoon leek bekijkt ze nu heel anders.
Ook mij kijkt ze nog een keer aan.
Met een afkeurende blik en priemende ogen. Alle begrip is uit haar ogen verdwenen
Joris is zich van geen kwaad bewust. Hij moet nog steeds een beetje om zichzelf lachen.
De lichten gaan uit en de film gaat verder.
En wij ook.
Ook wij gaan verder. Dit keer was het een redelijk onschuldige boer. Een andere keer loopt Joris vloekend rond, soms maakt hij rare geluiden en soms, soms lijkt hij net een “normale jongen”.
Maar altijd, altijd zullen er mensen zijn die zien, en in dit geval horen, dat we van een andere planeet komen.
Maar weet je, maakt dat ons leven nu juist niet zo bijzonder mooi, gek en afwisselend ?!!?
Als we weglopen uit de bioscoop kijkt het meisje nog een keer naar Joris.
Terwijl haar moeder aan haar arm trekt glimlacht ze.
Misschien is zij wel een kleine Lucia?!!? En snapt ze onze planeet?!
Dat zou nog eens bijzonder zijn!!


Hoi Esther,
Ja, bekeken worden alsof we van ‘outerspace’ komen… dat is ook ons lot! Maar ik moet zeggen: het went, hoor, na zo’n 12 jaar!
Toen Bram 4 jaar was kreeg hij een helm aangemeten, een enorm blauw leren geval met een soort metalen beugel ervoor. Bram kan namelijk zomaar vallen door een aanval. En zonder die helm zou hij zich dan vreselijk verwonden.
Toen hij hem net had, stonden we een keer in de rij bij de kassa van de supermarkt. De mevrouw voor ons kende ik vaag van de zwangerschapsgym. Ze draaide zich om, haar mond viel open….met een hand zette ze haar boodschappen op de band, werktuigelijk rekende ze af, en al die tijd heeft ze haar blik niet van Bram afgehaald. Tot slot sprak ze de onsterfelijke woorden: “ Bijt ‘ie?”
In de loop van de jaren heeft ‘de helm’ voor veel ‘contacten’ gezorgd. Mensen die staren, mensen die wijzen, mensen die lachen. Ook mensen die de helm willen aanraken (zouden ze die behoefte ook hebben bij een beenprothese, vraag ik me af?).
Het wonderbaarlijke doet zich voor dat wij tegenwoordig blij zijn met de helm.
Want Bram heeft net als jouw Joris en net als Ebel nogal eens last van ‘onverwacht’ gedrag. En ook hij ziet er zonder die helm heel gewoon uit. Dus die omstanders met hun wenkbrauwen op hun achterhoofd van verbazing, die ken ik ook. En dat winkelpersoneel, met hun mondhoeken in een wel heel misprijzende hoek. Laat staan die mede-moeders die hardop commentaar hebben op mijn opvoedingsvaardigheden …
Een voorbeeld: Bram en ik gaan naar de supermarkt. Maar in het voorbijgaan zie ik toevallig dat in een andere winkel de spijkerbroeken in de opruiming zijn. En laat Bram nu net een nieuwe broek nodig hebben. En zonder er bij na te denken, stap ik zo de kledingwinkel in, met Bram aan mijn hand. Maar: dat is niet volgens het draaiboek. Wij gingen immers naar de supermarkt, niet naar een kledingwinkel! Bram gaat totaal uit zijn plaat, hij tiert en raast. Uiteindelijk ligt hij overdwars in het toegangspoortje van de winkel, niemand kan erin of eruit. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan! En het schaamrood staat mij weer eens op de kaken…. Maar, bedenk ik me dan: iedereen kan toch zien dat hij iets speciaals heeft?! Want iemand die gewoon bij zijn verstand is, gaat toch niet met zo’n helm lopen!
Een ander voorbeeld: Bram heeft iets met knopjes: knopjes van de lift, van het licht, van het alarm. Bij vlagen is hij er zo van in de ban dat hij op alle knoppen moet drukken. En daar gaan we dan, zoals die keer in het academisch ziekenhuis in Leiden….Stel je voor: een lange slungelige jongen, met een blauwe helm , die sprintjes trekt door de gangen van lichtknop naar liftknop, van trekkoord naar deurknop, van lichtknop naar alarmbel… En daarachter (hijgend) een iets te dikke korte mevrouw, met rossig haar en een knalrood hoofd. Bram drukt eerst: de deur gaat open, het licht gaat uit….Ik druk daarna: de deur gaat weer dicht en het licht weer aan…. Ondertussen komen we allemaal mensen tegen, die soms lachend, maar soms ook wat narrig op ons reageren. En daar heb ik hem dan eindelijk….hij lacht en lacht. En ik roep ‘nu stoppen Bram’ en maak het gebaar van stoppen. En pas na dreigen dat het standaardritueel van koffiedrinken na de dokter niet door kan gaan als hij nu niet STOPT keert de rust weer in zijn hoofd. Nu nog met opgeheven hoofd teruglopen langs al die mensen …. En ik denk weer: iedereen kan toch zien dat hij iets speciaals heeft?! Want iemand die gewoon bij zijn verstand is, gaat toch niet met zo’n helm lopen!
Zo zie je maar: Johan Cruijff heeft echt gelijk: ‘elk nadeel hep ze voordeel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten