Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen

Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen
TWEE RARE FAMILIES BIJ ELKAAR.....!!! WAT EEN FEEST.....

zaterdag 28 mei 2011

Melancholisch.....

Hé Willemien,
Ik ben een beetje melancholisch….
droefgeestig, melancholiek, zwaarmoedig, zwartgallig
Ik zet het maar in hele kleine lettertje eronder want het zijn woorden die helemaal niet bij me passen.
Maar zoals jij, als geen ander weet, overvalt het me soms toch.
Het zijn weer heftige weken geweest hier.
Verleden week is Joris geopereerd.
We hebben er weken tegenaan gehikt….
Joris at niet meer, hij trok van spanning de haren uit zijn hoofd (had ik je al verteld dat hij nu hele korte haren heeft?) en pappa van ver weg kwam ook nog logeren.
Niet niks dus.
En dan ineens, zomaar, is het weer maandag en is alles voorbij.
De tijd gaat sneller dan ik aankan.
Ik doe de lippenstift weer op, schouders naar achter, borsten naar voren en HUP, daar gaan we weer.
Deze keer is dat anders.
Ziekenhuistechnisch niet, we zijn écht allemaal opgelucht dat het voorbij is.
Joris heeft het goed doorstaan en heeft zich als een echte grote vent van 13 gedragen. Man, wat was ik trots op hem.
Sophie was ondertussen quality-time met pappa van ver aan het vieren en zo zaten we even, met ons vreemde gezin, in een heel ander wereldje.
Infusen, catheters, blijdschap, angst, zorgen en cliniclowns, verwarring, thuiskomen, opluchting en afscheid waren zo’n beetje de woorden van ons deze week.
En nu, op die maandag is het anders.
Ik ben moe en lamgeslagen.
Joris is verkouden en weer boos.
Sophie is sip en verdrietig.
Ook bij mij werkt de lippenstift deze keer niet.
Gek, maar we wentelen even alledrie in onze eigen verwarring.
We zoeken allemaal weer naar een manier om om te gaan met afscheid nemen en opnieuw beginnen. Of eigenlijk, verder te gaan.
Vanmorgen liep Joris een beetje te klieren. Hij wist niet precies wat hij wilde en liep me steeds in de weg.
Sophie zat op de bank televisie te kijken en keek af en toe eens naar Joris en mij die om elkaar heen dartelden.
Joris deed ineens iets heel sufs en boos val ik tegen hem uit….
Ik zeg, met luide stem tegen hem: “Wat zég ik nou altijd??”en ik kijk hem woest aan.
Twee donkerbruine ogen kijken me dan priemend terug aan en onschuldig zegt hij: “Ik hou van je???????”.
En daar, ter plekke, smelt ik.
Sophie heeft het ook gehoord en grijnst naar me, ze ziet haar moeders boze bui verdwijnen.
Joris kijkt me nog steeds aan en lacht een beetje ondeugend, of lijkt dat maar zo?!
Melancholisch??
Ja, ik ben het nog steeds een beetje.
Maar ik weet ook dat wij het redden.
Operaties, infusen, angst, zorgen, verwarring, afscheid, verdriet en blijdschap. Kom maar op!
En weet je waarom, omdat we één ding zeker weten en dat is dat we alledrie héél véél van elkaar houden.
En jij?
Wat zijn jouw woorden van deze week?!?!!?



Ha Esther,
Dat is een vraag waar ik over moet denken.
Welke woorden typeerden mijn week?
Ik kan je er geen antwoord op geven want jouw woorden zitten nu in mijn hoofd en dan met name de woorden over het ziekenhuis en Joris die alles zo goed en als een grote vent van 13 heeft gedaan.
Mijn nichtje, de oudste dochter van mijn broer, werd deze week ook dertien.
Daar was vroeger zo’n ranzig liedje over, ik weet niet meer van wie maar het ging over meisjes die er net tussenin zaten. Ik heb het altijd een beetje viezig gevonden, zo’n oude vent (want zo klonk die stem wel) die zo’n beetje kwijlend over die meisjes van dertien zong.
Maar daar gaat het nu helemaal net over.
Het gaat over dertien, en geen kind meer zijn.
Over Joris met kort haar die groot en flink is in het ziekenhuis.
Ik stel me voor dat je die woorden heel anders had opgeschreven toen we begonnen met ons blog en Joris net elf was.
Zelfs de woorden die je voor hem kiest, zijn veranderd.
Steeds vaker lees ik stoer, groot en flink.
En ook best wel regelmatig boos.
Jij leeft met een puberzoon van dertien.
Hij is ongemerkt in als ons geblog gegroeid en veranderd.
Wij hebben twee pubers, Frances en Ebel.
Bij Robbert van net twaalf begint er van alles te veranderen.
Ik vind de puberteit een rare periode, enerzijds relaxed omdat je van zoveel kleine zorgdingen af bent, anderzijds zie ik ook hier soms dagenlang een boos hoofd en van die houten schouders rondlopen.
We begonnen met een blog over kinderen en we veranderen van toon en inhoud zonder dat altijd zelf te merken.
Je vroeg me de woorden van mijn week te kiezen, maar ik koos voor jouw woorden.
Wat denk je, zullen we als bejaarde omaatjes nog steeds over onze kinderen bloggen?
Ik zie het wel gebeuren!

dinsdag 17 mei 2011

Loslaten en vertrouwen


Ha Esther,
Meikermis in Groningen!
Als kind al was dat een hoogtepunt in het jaar, mijn opa die stralend op de stoep stond met paling en zuurstokken van de kermis, met mijn broertje en zus in attracties waar ik nu voor geen duizend euro meer in zou durven.
‘Mag ik vanmiddag met vrienden naar de kermis,’ vraagt Robbert dan ook.
Ineens verliest de kermis alle glans, zie ik alleen de drukke weg die je moet fietsen om er te komen, de rare groepjes vervelende mensen die er rond lopen, de bakjes die hoog door de lucht vliegen en misschien dit keer net niet goed genoeg zijn vastgedraaid!
‘Natuurlijk,’zeg ik toch.
Robbert gaat na de zomervakantie naar de middelbare school. Hij heeft gekozen voor mijn oude school, middenin het centrum, zo ongeveer het drukste punt van de overvolle stad Groningen.
Ik heb het toegejuicht.
Ik beleef vreemde maanden waarin mijn mond iets heel anders zegt dan mijn hart schreeuwt.
Ik zie Robbert en zijn vriendjes fietsen, ze zwalken over de weg, letten niet goed op, kletsen te veel, een stopt plompverloren, de ander knalt er achterop, ze lachen allemaal.
‘Kijk toch uit,’ brom ik.
Ze kijken naar me met dat mengsel van afkeuring en medelijden waarmee pubers naar oude mensen zoals ik kijken.
Dan fietsen ze weg, ze kijken nog steeds niet uit.
Loslaten.
‘Morgen naar de kermis,’ vraagt Ebel en hij straalt net zoals mijn opa vroeger.
‘Natuurlijk,’ zeg ik.
We fietsen er morgen samen heen, langzaam, mensen op de drukke weg die je moet fietsen om bij de kermis te komen zullen zich aan ons ergeren. Vervelende mensen die het leuk vinden iets over Ebel te zeggen komen wij heel vaak tegen dus we trekken gewoon onze olifantenhuid van te voren aan.
En als we samen in een bakje zitten dat niet goed is vastgedraaid.
Dan vliegen we samen weg.
Het is zo moeilijk as je kind niet in staat is om zelfstandig zijn eigen weg te gaan.
En soms is het ook zo heerlijk dat dat niet kan!
We zullen een zuurstok voor jullie meenemen en dan maken we eindelijk onze koffie-afspraak.

Hé Willemien,
Als ik ergens een hekel aan heb is dat het woord “loslaten”. En aan de kermis.
Maar ik hou wel weer erg van koffie en dus ben ik hélemaal voor afspreken….
Verleden week bracht ik Joris en Sophie op de fiets naar school. We brengen altijd eerst Sophie en dan kijkt Joris bij de werkmannen. Dan breng ik Joris.
Een vast ritueel en een vaste route.
Dit keer ging ik daarna weer met de auto naar Sophie terug, ik was rij-moeder bij een uitstapje. Als we, na het uitstapje, op school terugkomen realiseer ik me dat dat niet handig is, ik met de auto, Sophie met de fiets…. “Geeft niet mam, ik fiets wel alleen naar huis”. Ik slik en kijk haar aan. Twee donkerbruine ogen kijken me vol zelfvertrouwen aan en ik zeg “Dat is goed!”.
Ze ziet niet dat mijn knieen knikken en dat ik bijna geen adem meer kan halen.
Zo snel als ik kan rijd ik met de auto naar huis en vol ongeduld ga ik in de voortuin op haar zitten wachten. Héél nonchalant, dat dan weer wel.
Met rode konen komt ze daar aangefietst. En ik ben trots! En zó blij dat ze weer thuis is….
Vertrouwen.
Vandaag is Joris geopereerd.
Ik mocht vanmorgen mee naar de operatiekamer, in een wit papieren pak met plastik schoenen en een kapje op mijn hoofd.
Terwijl Joris onder narcose ging gaf ik hem een dikke kus.
En ik liep weg, met tranen in mijn ogen.
Vertrouwen.
Hij ligt nu naast me in dat grote ziekenhuisbed en grote bruine ogen kijken me aan.
In zijn arm zit nog een infuus en ergens bungelt er een catheter. Hij vindt het maar niks.
Maar hij is stoer, hij ondergaat het en is héél flink.
Sophie belde ook nog even.
Ze had net de avond-4-daagse gelopen en ging zo slapen.
En toen, in dat ziekenhuisbed naast mijn stoere vent en met mijn stoere dochter aan de telefoon kwam ik erachter.
Dat stomme woord, je weet wel, loslaten moeten we misschien maar schrappen uit de Dikke van Dale.
Ik ben moeder en ik weiger los te laten, nu niet en nooit niet.
Ik geloof daar gewoon niet in. Punt.
Wel wil ik vertrouwen.
Vertrouwen hebben in mijn kinderen en vooral vertrouwen géven aan mijn kinderen.
Sophie fietst ermee naar huis en Joris doorstaat er zijn operatie mee….
En dat is nog maar een begin.
In de Dikke van Dale staat:
1ver•trou•wen -trouwde, h -trouwd 1 met zekerheid hopen: we ~ erop dat … 2 vertrouwen stellen
2ver•trou•wen het; o geloof in iems goede trouw en eerlijkheid
En ik denk, dat we met vertouwen de toekomst tegemoet kunnen zien.
Oh ja, en weet je… over de kermis zegt De Dikke van Dale:
ker•mis de; v(m) -sen feestelijke markt met attractiesHmmmm, volgens mij is ons leven één grote kermis.
Dus misschien moet ik mijn mening wel herzien….. Ik heb eigenlijk geen hekel aan de kermis.
Vol vertrouwen stap ik in mijn eigen 8-baan en geniet van de attracties.
En onderweg, onderweg kom ik bij jou die zuurstok ophalen!!!
Zet jij dan koffie!??!










zondag 8 mei 2011

Vakantie, gevulde potjes en bloggen...


Ha Esther,
Zondagochtend.
In het afgelopen jaar is de zondagochtend uitgegroeid tot een vast moment om een aantal dingen te doen.
Een ervan is een blogje naar jou sturen.
Het huis is stil, de kinderen slapen, Bob vertrekt vaak vroeg naar de hockey en ik installeer me met een kopje koffie achter de pc in ons studeerkamertje.
‘Arme jij, moet je dan zelfs op zondag dingen schrijven,’ zei een vriendin.
Ik vind het juist heerlijk.
Het mooie is ook dat ik de afgelopen week nog even herbeleef.
En deze afgelopen week was op Schier, onze vaste bestemming in de meivakantie.
Kon het mooier dan deze week?
Nee!
Elke dag maakte de zon ons wakker, aten we suikerbrood op het terras met daarop een nieuwe tuintafel die Robbert en ik zelf helemaal in elkaar hebben gezet.
We deden heel weinig, wandelden uren en uren door de duinen, door het bos, langs het strand, over de schelpenpaadjes.
Dat was afwisseling genoeg.
Vorig jaar vroeg Ebel elke ochtend: ‘Huisje Klok nog acht dagen?’
En elke dag moesten we dan weer zeggen: ‘Huisje Klok nog acht dagen,’ zelfs toen het er nog maar zeven waren, en zes, en vijf…..
Dit jaar konden we wel aftellen en elke dag eerlijk zeggen hoeveel dagen er nog over waren.
Ebel heeft dus in een jaar tijd leren terugtellen.
Zijn ‘nog acht dagen’ van vorig jaar betekende voor mijn gevoel ook vooral; dit gaat toch heel lang duren?
Dat herken ik zo goed.
Ebel heeft dus niet alleen leren terugtellen maar vooral ook geleerd om om te gaan met het feit dat ook heerlijke meivakantieweken langzaam voorbijgaan en dat dat niet erg is, want elke mooie dag die voorbij is is er ook weer eentje die jij toevoegt aan je herinneringen.
Ik vind dat een grote stap.
En had ik over dit alles nog even zo goed nagedacht als ik hier nu niet zat, om jou te bloggen, met mijn – inmiddels lege – koffiekopje?
Vast niet.
Is de zondag het begin van de week of de afsluiting?
Die vraag is, geloof ik, nooit beantwoord.
Maar voor mij wel.
Door ons blog is het voor mij beiden en dat is dubbel genieten.

Hé Willemien,
Zondagmorgen in de tuin…..
Voor mij een grote karaf vol met water.
Als ik over de karaf heen kijk zie ik een groen speelkleed, vol met Playmobil en 2 meisjes ernaast.
Ze bouwen een prachtige stad!
Ikzelf zit in een grote zitzak met dat mooie uitzicht.
Joris is er niet.
Afgelopen woensdag waren we op Terschelling.
Eén dagje op en neer.
Sommigen mensen vonden dat raar! Zoveel moeite voor één dag…. Enne, is dat dan niet duur?
Ik kan iedereen geruststellen. Het is geen moeite, de reis alleen is al een feestje.
En duur?
Weet je wat duur is? Een dagje pretpark. Veel geld voor veel herrie en veel drukte en nog meer lawaai.
Voor minder geld stappen wij uit op Terschelling, halen de huurfiets op en trappen de rust en ruimte tegemoet.
Ik hoef jou, als vaste eiland-bezoeker niet uit te leggen, hoe dat voelt.
Uitgestrekte, lege stranden, grote zee en blauwe luchten!
Ik zoek schelpjes en oude touwtjes, Sophie bouwt zandkastelen en Joris stort het zand over zichzelf uit.
We fietsen door de duinen, de bossen en over diezelfde knisperende schelpenpaadjes als van jou!
En ik geniet!
Die ene dag uit de vakantie was écht vakantie.
Kan me Ebel dus goed voorstellen als hij wil dat er geen einde aan komt!!!
Vlak bij een duinafgang maak ik een foto van Joris. Hij fietst, zijn grote hobby, en achter hem vliegt een zeemeeuw.
Zo vrij als die vogel is zo vrij voelt Joris zich “op die eilanden”……
En dit weekend is Joris op de boerderij….
Nu heb ik ruimte, ben ik een zeemeeuw en voel ik me vrij!
Ik gun Joris ook zo zijn zeemeeuwen en vrijheid.
Maar soms gaan zijn vrijheid en de mijne niet samen.
De twee meiden spelen rustig verder, de karaf met water is bijna leeg.
Ik zit inmiddels in de schaduw….
En zo meteen, zo meteen gaan we Joris halen.
En dan zijn alle “rare vogels”weer bij elkaar
In de keuken staat een potje zand. Daarnaast een grote bak met schelpen en allemaal oude touwtjes.
We hebben een beetje Terschelling mee naar huis genomen. En dus een beetje vakantie in huis. Al zit het in een potje….
Zo bewaren we vele herinneringen in vele potjes.
Ik vul de karaf opnieuw met koel, koud water. De meiden zitten inmiddels in een grote bak water en ik hoor ze lachen.
Weet je, het leven is goed! Als ik mijn kleine potjes maar blijf vullen en mijn blogs kan schrijven met jou!!
X Esther