Hé Willemien,
Ik vind onszelf de laatste tijd bijzonder aardig.
We genieten van onze gezinnen en onze zonen lijken alleen maar leuk.
Ik vind het wel weer even tijd voor wat tegenwicht…..
Want laten we wel eerlijk blijven, ze (je weet wel wie ik bedoel, toch?!) zijn soms gewoon hélemaal niet leuk, lief,aardig en zo bijzonder!!!
Joris is bijna dertien.
En dat merk ik! Nee, nog geen gezichtsbeharing, en al checkt hij zichzelf iedere dag onder de oksels, ook daar zit nog niets.
Erger, hij heeft een grote mond! Een héle grote mond. En anders dan ik gewend ben….
Normaal, ja, wat is normaal eigenlijk bij ons? Normaal telde ik 1,2 en voordat ik bij 3 was luisterde Joris, altijd.
En nu ineens niet meer. Ik realiseer me, ik mag niet klagen. Het tot drie-tellen-truukje heeft al ongelooflijk lang gewerkt, maar toch.
Nu kijkt hij me met die bruine ogen uitdagend aan en zegt gewoon “nee”, zomaar, middenin mijn gezicht. Nou ja…..
De eerste paar keer kon ik er nog wel om lachen. Daar ging het waarschijnlijk fout.
En nu vloekt hij er ook nog bij.
Ik ben een “zeikerd”, hij zegt “boeien”en hij zegt vooral veel “nee”.
Zei hij vroeger, “goedemorgen”, nu gromt hij bij het opstaan.
Wil niet ontbijten, zich niet omkleden en al hélemaal niet doen wat ik wil.
En soms word ik daar hélemaal gek van.
Een raar kind is al erg genoeg, een rare puber vind ik nóg erger.
Ook op school hebben ze het gemerkt.
Eerst zoek ik nog wat excuses. Binnenkort moet Joris naar het ziekenhuis, daar ziet ‘ie erg tegenop. Joris mist zijn vader erg. Joris heeft zijn dag niet. Joris is verkouden……
Weet je, Joris is gewoon even niet leuk!!
Zo, daar heb je het.
Iedere dag vraagt hij ook nog: “wanneer mag ik alleen gaan wonen”?
Iedere dag gromt en grauwt hij door het huis. Hij maakt wat onsamenhangende geluiden en zijn gezicht staat 24-7 op boos…..
Hij gooit met deuren en stampt nét iets te hard.
Het lijkt nét een échte puber.
Alleen dat alles doet hij wel met 2 knuffels in zijn hand.
En als zijn jas aanmoet zegt ‘ie wel weer heel schattig : “Mam, maak je m’n jas even dicht?”
En in bad spelen we nog heel gezellig samen met zijn verzameling badeendjes!
Verwarrend dus, voor mij maar zeker ook voor hem.
Die hormonen kunnen rare dingen doen met je lijf.
En gisteren, gisteren moest Joris nablijven op school. Hij had de juf een grote mond gegeven…
Mijn bijna-dertien-jarige-puber moet voor het eerst nablijven!! En dan kan ik een glimlach toch niet onderdrukken!!
Ha Esther,
Je hebt gelijk, we moeten niet al te aardig en lief worden, dan worden we ook ongeloofwaardig.
Je blog van deze week verbaast me niet, ik had het al gezien.
Er staan heel mooie foto’s van ons beiden met Joris en Ebel in Mijn Geheim.
Ebel is de laatste twee jaar niet erg veranderd, hij was al vroeg een grote puber en zal niet veel meer groeien.
Bij Joris is dat wel even anders.
Anderhalf jaar geleden, toen we samen begonnen, zag ik Joris voor het eerst.
Toen vond ik hem echt nog een kind.
Nu niet meer.
Ik zag het eerder al op de foto’s van KEK mama en nu weer.
Joris is geen kind meer, hij is een grote jongen, zijn gezicht is anders.
Ik weet niet goed hoe ik het precies moet zeggen, maar jij ziet het natuurlijk elke dag.
Bij vreemde kinderen als die van ons is het groter worden niet zo makkelijk.
Een kleine vreemde jongen is iets heel anders dan een grote vreemde jongen.
Ebel was een heel tenger bleek jongetje met blonde krullen, hij vertederde iedereen, ondanks zijn vreemde gedrag.
Nu is hij een lange vent, en zijn vreemde gedrag vertedert niet meer.
Kleine buurmeisjes deinzen even achteruit als hij op zijn opoefiets langs rijdt.
Daar is die vreemde jongen!
In gedrag, en dat ga ik meteen afkloppen, is Ebel als puber zoveel minder angstig geworden, hij heeft meer veerkracht, kan meer hebben.
Een grote mond heeft hij niet, dat is dan weer een van de voordelen van bijna niet kunnen praten.
In grote lijnen ervaar ik dit als lekkere jaren met hem.
Maar we zouden nu eens even minder liefjes en aardigjes worden en oké, dan plak ik er nog even wat eerlijkheid achter aan.
Een ding vind ik heel shit aan dat ouder worden, aan die pubertijd; bij grote kinderen komen ook grote vragen dichterbij.
Wat gaat de toekomst brengen, wat moeten en kunnen we nog aan Ebel leren, wat is er nog voor hem te bereiken?
Die vragen ontloop ik graag, ik denk altijd maar dat dat zorgen zijn voor een volgende tijd.
Maar ik zie aan de lange puberjongen dat die tijd nadert.
School mailde een leuke werkplek. Ik bedankte en zei dat ik er graag eens ga kijken, over een paar jaar.
Iemand vertelde van een leuk wooninitiatief en gaf me een folder.
Ik bedankte en zei dat ik graag eens ga kijken, over een paar jaar.
Ebel is op het moment zeer knuffelig, hij kruipt elke ochtend tussen ons in in bed om zo de dag te beginnen.
Daar ligt die lange vent tussen ons in.
Hij babbelt een beetje en slaat zijn armen om ons heen.
‘Lieve papa, lieve mama,’zegt hij dan.
Hij is nog steeds de baby die tussen ons in ligt, maar hij pakt ons beet en houdt ons even veilig vast.
Een baby, een grote vent, een kwetsbaar jongetje in het lijf van een stoere kerel.
Onze bijzondere zonen zijn elk stadium weer bijzonder, we weten verder niets.
Alleen dat staat vast!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Aangrijpend stukje om te lezen! Ik ben ontroerd en moet lachen. Lachen om het herkenbare (plak ze af en toe achter het behang, joh!), ontroerd door de liefde die er doorheen sijpelt... Mooi!
BeantwoordenVerwijderen