Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen

Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen
TWEE RARE FAMILIES BIJ ELKAAR.....!!! WAT EEN FEEST.....

woensdag 28 november 2012

Stofzuigers en stenen op een stormachtige dag!

Hé Willemien, En ineens is er weer een week voorbij! Wij proberen zo braaf iedere week te mailen naar elkaar maar soms gaat de tijd zó hard! Ik was van de week foto’s aan het kijken. Foto’s van vroeger. Ik zie een klein blond kereltje met bruine ogen met een stofzuigertje in zijn hand. Zo’n speelgoedstofzuigertje waar van die witte foamballetjes bij zitten. Die balletjes die je dan weken later nóg terug vindt in je huis. Toen niet…. Joris staat namelijk buiten, op die foto, op de porch. Zo noem je op Curaçao die kamer die eigenlijk niet binnen is maar buiten. De wind waait daar vrolijk rond en dus ook die balletjes zijn zo verdwenen. Bijna vijftien jaar later. Een stormachtige zondag is het. We doen allemaal wat ons eigen ding terwijl binnen het open haardje knettert. Met ons eigen ding bedoel ik eigenlijk dat Sophie héérlijk bezig is met van alles en nog wat en dat Joris mij volgt. Bij iedere stap. Ik kan het hebben. Vandaag wel. Ik pak de stofzuiger uit de kast en denk, terwijl ik bezig ben, ineens weer aan die foto. Joris zit nu op de bank en kijkt naar mij. Inmiddels bruinere haren en zo mogelijk nog donkerdere ogen. Eén van Joris zijn hobby’s is nog steeds stofzuigen. Maar vandaag wil hij niet. En dus doe ik het. Grappig, onder het wakende oog van mijn zoon zuig ik nu ook onder de tafel en schuif de stoelen opzij, normaal doe ik dat uiteraard nooit. Onder zijn toeziend oog word ik een heuse huisvrouw en vergeet geen plekje. En als ik tóch een stukje oversla hoor ik een commando vanaf de bank: “Daar nog mam!” En ik gehoorzaam braaf. Vandaag wel. Op de één of andere manier brengt die storm buiten rust hier binnen. Ik wil niets liever dan naar het strand, de wind langs mijn hoofd en door mijn haren en dan, aan het einde van die lange wandeling een goed glas rood bij de open haard. Maakt niet uit waar. Da’s mijn idee. Maar niet vandaag. Ik kan Joris niet gelukkiger maken vandaag dan ‘gewoon doen’. Niet naar buiten (die storm brengt in zijn hoofd vandaag alleen maar onrust) en zeker geen afspraakjes (dát kan ik vandaag dan weer niet aan). Dus, na deze stormachtige zondag is mijn huis schoon en ruikt het in de keuken naar vers gebakken cupcakes… Een mooie dag, die dag van vandaag. En dan, dan liggen ze op bed. De open haard knettert nog een kleine beetje na en ik drink een laatste glas wijn. Ja, óók dat is gelukt. Ik zit op de bank waar net nog mijn donkerblond puber zat, ik ruim de stiften op waar net nog mijn eigenwijze mokkeltje mee zat te kleuren. En ik heb vandaag niets gedaan van wat ik eigenlijk allemaal had willen doen. Zo’n dag. Maar weet je, vandaag kan ik het hebben. Ik neem nog een glas rood en kijk naar het vuur dat langzaam dooft. Morgen is er weer een dag! Nieuwe dag, nieuwe kansen. X Esther
Ha Esther, Waarom kun je er de ene dag zo ontzettend veel beter tegen dan de andere dag,? Dat blijf ik me afvragen. Ik heb dagen dat ik het zo zwaar vind en dagen dat ik het licht vind en dat mijn liefde en overtuiging dat we verder komen, me vleugels geven. Zondag hadden wij bijna letterlijk vleugels. Ook hier stormde het, maar het was droog en niet koud. ‘Kom op, Eeb, we gaan wandelen,’ zei ik. Eeb keek naar buiten, hij zag de zwiepende bomen en hij snoof even met zijn neus, als een hondje. Toen rende hij naar de gang en trok zijn jas aan, hij had er zin in. De (echte) hond rende al even hard naar buiten. Ik volgde ze beiden in een iets lager tempo. Ik zag ze voor me uit lopen, de staart van de hond waaide heen en weer en Ebels dikke haren stonden alle kanten op. Ebel keek om, zag me achter ze lopen en wachtte even. Hij knuffelde me en rende toen snel weer voor me uit. We liepen naar Haren en daar kreeg Ebel een blikje cola, toen draaiden we om en liepen weer terug. Het is een wandeling van ruim twee uur. Ik voelde zelf hoe mijn wangen gingen gloeien van de wind en ik genoot. Eenmaal thuis trok Ebel snel zijn kleren uit en deed een joggingbroek aan met zijn nieuwe sloffers (zoals hij ze noemt). Ik zette thee en pakte een prachtig boek wat ik aan het lezen ben. Een klein stukje geluk op een stormachtige dag. Als ik iets leer van Ebel, dan is het oog en oor en hart krijgen voor klein geluk. Dat is iets waar ik hem erg dankbaar voor ben. Zo kocht ik twee weken geleden, met Ebel bij de rommelmarkt, een doos vol stenen. Voor maar twee euro en vijftig cent en schoenendoos vol fossielen, stenen in allerlei kleuren en maten. Ik kon mijn geluk niet op. De stenen liggen nu op tafel en elke dag pakken we ze, kijken we er naar en genieten we van ze. Elke dag is er weer een andere die me die dag juist de mooiste lijkt. ‘Stop een steen in je tas,’zei een vriend van me een tijd geleden. ‘Eerst zul je hem voelen, hij zal je tas zwaarder maken en als je iets zoekt, kom je die steen tegen. Dan zal je – na een tijdje- die steen niet meer voelen. En sterker nog, als je hem uit je tas zou halen, dan zou je hem missen, de tas zou te licht voelen en je vingers zouden tevergeefs naar hem zoeken.’ ‘Zo,’zei hij toen, ’is ook je leven met Ebel. Ik heb het gedaan. Ik heb een ronde en gladde steen uit een sprookjesachtige Turkse beek in mijn tas gestopt. De steen verhuist mee naar elke nieuwe tas. Ebel is mijn steen, soms weegt hij zwaar, soms voel ik zijn gewicht niet. Maar als hij er niet is, dan mis ik zijn gewicht en ben ik niet in balans. Geluk zit hem in de wind, stenen en mooie woorden van vrienden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten