Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen

Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen
TWEE RARE FAMILIES BIJ ELKAAR.....!!! WAT EEN FEEST.....

woensdag 21 november 2012

Paardrijden en brandweermannen...

Ha Esther, Wat moet ik met Ebel op de woensdagmiddag, dacht ik in september. Ebel is die hele middag vrij en als het mooi weer is, dan hebben we geen probleem. Dan roepen we de hond, pakken zijn bal en we gaan wandelen, liefst een paar uur lang en met een ijsje halverwege. Maar in de lange donkere en natte maanden hebben we daar geen zin in (ik heb het nu even niet over de hond). Na wikken, wegen en overwegen besloot ik om samen te gaan paardrijden, mijn grote liefde van vroegere en makkelijker tijden en iets wat Ebel ook een paar jaar met plezier deed. We zijn inmiddels ruim een maand bezig en we genieten. De eerste keer, toen we de weg reden die we tien jaar geleden reden, zei Ebel blij ‘naar paarden van Frank, net als 2001.’ Op zo’n moment wens ik dan even dat het fossiel van een neuroloog die we in die tijd hadden, dit kon horen. Ik hoor hem namelijk nog steeds zeggen, met een sombere stem, ‘uw kind krijgt van de realiteit maar erg weinig mee, mevrouw.’ Ik wil dan ook nog even iets toevoegen namens mezelf. ‘Nog bedankt hè, voor die vreselijke woorden in de tijd dat er bijna geen lichtpuntjes te vinden waren. En u zat er trouwens nog naast ook hoor, want Ebel kreeg juist heel veel mee en dat is meer dan ik van u kan zeggen.’ Maar goed, daar gaat het nu niet over en dit moet juist een heel vrolijk blog worden. Ebel en ik worden van het paardrijden namelijk heel vrolijk. Sterker nog, we genieten. Het is en blijft voor mij elke keer weer bijzonder, de samenwerking met zo’n groot, warm en sterk dier. Ebel voelt dat net zo. Hij is nu al dol op Katy, het trouwe paard waar hij op rijdt. We worden ook vrolijk van andere dingen. Onze leraar, Frank (maar dat had Ebel al verteld) geeft instructies en dat is lachen. ‘Kom op, Ebel, staan zit, staan zit,’zegt hij in een poging Ebel te laten lichtrijden. Ebel kijkt naar Frank en dan naar mij. Hij zegt niets, maar ik zie hem denken; denkt die vent echt dat ik hier ineens bovenop dat paard ga staan en dan weer ga zitten? ‘Kom op, Ebel, geef het paard maar een schop, ‘zegt Frank als het tempo bij Ebel iets te relaxed wordt. Ook nu weer kijkt Ebel me aan, met een frons tussen zijn ogen, het paard een schop gaan geven. Wat is dat nu weer voor een vraag? Nee, Ebel heeft – zoals bij alles – zijn eigen manier. Ebel zingt te paard. Hij zingt ritmisch en vrolijk, met veel pompidompidom er bij. Hij swingt zachtjes heen en weer en het paard, de oren vrolijk naar voren, stapt mee op het ritme van Ebels gezang. Het is een prachtig gezicht. Gisteren stapten we rond, Ebels paard haalde mijn paard bijna in. Toen ze vlak bij elkaar waren hapte Ebels paard naar de billen van mijn paard. Ebel ging stuk! Hij zakte zowat van het paard van het lachen. ‘Hij beet in de bil,’hikte hij. Frank en ik konden niet anders dan mee lachen. De hele manege vulde zich met gelach. Ik zocht naar een invulling voor de woensdag omdat het moest. Ik ben ontzettend blij dat ik voor Ebel moet blijven zoeken, want ik vind er zelf soms ook onverwacht leuke dingen door (terug). En jij, heb je ook weer mooie dingen gevonden de laatste tijd?
Hé Willemien, Poeh…moeilijke vraag en toch ook eigenlijk weer zo gemakkelijk. Of ik nog mooie dingen heb gevonden de laatste tijd?? Je weet, ik geniet van kleine dingen. Als ik de eerste madeliefjes in het gras zie word ik blij. Als ik een lekker glas rode wijn voor mijn open haardje drink ben ik gelukkig en als ik de slappe lach heb met Sophie kan ik mijn lol niet op. Maar jij, en een handje vol andere mensen weten ook dat daar heel veel achter zit. Héél veel. Het is namelijk even niet zo zonnig hier thuis. Er zijn veel dingen gaande die ik hier niet ga bespreken maar die er wel zijn. Net als onze jongens. Ze zijn er en daar moeten we het mee doen. Klinkt niet aardig hè, maar inmiddels snapt iedereen wel hoe ik het bedoel. Verleden week gaf ik een presentatie op een basisschool, over Joris. Dertig leerkrachten luisterden naar mijn verhaal. Ik stond stoer te zijn voor de powerpoint-presentatie en vertelde met veel plezier. Uiteraard waren er ook vragen en één vraag was: “Wat vindt Joris eigenlijk leuk om te doen?” Ik viel even stil en zei toen letterlijk dat dat eigenlijk de meest moeilijke vraag was die iemand me kon stellen. Vraag me over verdriet, hindernissen, dieptepunten en mijlpalen en ik weet een antwoord. Na deze vraag stond ik eigenlijk met mijn mond vol tanden… Want dat is zo moeilijk met die kanjer van mij. Hij vermaakt zichzelf niet Nooit gedaan ook!. Altijd is er iemand bij hem, nou ja, eigenlijk is hij altijd bij iemand. Joris functioneert het beste in 1op1 situaties en meestal ben ik toch wel één van die één!! Natuurlijk, hij poetst graag, stofzuigt de hele auto voor me uit, gaat graag fietsen en zet lekkere kopjes thee. Zit naast me als ik achter de computer zit en ruimt af en toe heerlijk de keuken op. Hij doet de was in de wasmachine en ruimt de vaatwasser leeg… Allemaal onder wakend oog van mij om te voorkomen dat hij dingen kapot poetst, de kleine onderdelen uit de auto opzuigt, de weg niet kwijt raakt met fietsen, de theepot niet laat overstromen, niet hele progamma’s delete op de pc, de keuken niet laat overstromen, de wasmachine niet te vol stopt met sop, en de vaat niet nog 3x laat draaien. Zoiets? Die simpele vraag deed me ineens denken aan al die dingen die Joris niet doet. Dingen die een ‘gewone 14-jarige’wel doet… En ineens was dat even een confronterend moment. Ook Joris heeft paardgereden, gezwommen met dolfijnen en is maatjes met een hond. Maar zijn grootste maatje blijf ik toch steeds. En soms… Maar dan, als we samen gaan fietsen zien we ineens brandweermannen staan. Langs de kant van het water. Ze doen oefeningen en spuiten enorme stralen daar in die grote sloot. Gefascineerd staan Joris en ik te kijken. Da’s nog eens een cadeautje, zo onderweg. De mannen zijn heel vriendelijk en laten van alles zien. En dan, ineens, terwijl ze aan het spuiten zijn, breekt de zon door en maakt diezelfde zon een prachtige regenboog van kleuren in die waterstraal. Ik kijk ernaar en kijk naar het stralende hoofd van Joris. Sophie staat er ongeduldig bij …”Gaan we nou?” We stappen weer op de fiets en rijden verder. Thuis drinken we warme chocomel met slagroom, en doen we dat haardje aan. Dus ja, Willemien, ondanks alles blijf ik gelukkig altijd mooie dingen vinden!! X Esther

Geen opmerkingen:

Een reactie posten