Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen

Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen
TWEE RARE FAMILIES BIJ ELKAAR.....!!! WAT EEN FEEST.....

maandag 12 maart 2012

Twee levens.....


Ha Esther,
Wat mis ik mijn beek en mijn koffie in de zon! Na een week van rust en zorgeloosheid ben ik echt weer midden in het volle leven geploft. Die zeven wassen en die dozen vol eten van Albert Hein waren nog wel te doen, de berg administratie met daarin brief van PGB dat ze mijn verantwoording nog niet hadden (weken daarvoor verstuurd) deed mijn gemoedsrust al niet veel goeds, maar op maandagochtend al viel de ruwe werkelijkheid pas echt weer op mijn dak; een bekende belde me om me toe te spreken; ik lever in een privésituatie niet de zorg die van me verwacht wordt en dat valt haar tegen. Ik schrok erg van dat telefoontje en was er verdrietig en boos door. Toen ging de dag verder en op mijn werk vroegen de leerlingen of er iets wat op woensdagmiddag gepland was verschoven kon worden. Ik zei dat ik het prima vond. De dinsdag kwam en daarna de woensdag. Op de woensdagochtend ging ik met mijn moeder mee naar het ziekenhuis en ik maakte daar meteen afspraken voor Ebel voor de komende weken. Ook sprak ik nieuwe medicatie voor Ebel af. Thuis moest ik snel een aantal dingen uitwerken en opsturen die eigenlijk al af hadden moeten zijn. Ebel kwam thuis en we zouden gaan fietsen, standaard woensdagmiddag invulling, maar het regende heel hard. Ebel pakte een dekentje en kroop op de bank. Ik pakte snel een ander dekentje en kroop op de andere bank. Ik zuchtte echt van opluchting dat ik heel even rust had. Daar ging de telefoon. Het was mijn werk. Ik had voor de bijeenkomst met de leerlingen een peperdure tolk gereld en die stond daar nu voor niets. Ik sprong van schrik en ellende echt een meter omhoog van de bank . ‘Sorry,’riep ik en toen nog eens ‘sorry’ en meer kon ik niet bedenken. Ebel werd wakker op de andere bank, hij zag mijn stresskop en streste nog twee keer harder. ‘Wat is er gebeurd,’ riep hij. ‘Niets. Niets. Alles is goed,’riep ik en mijn kaken waren echt verkrampt van ellende. Ebel keek me scheef en bang aan en kwam op schoot zitten. Daar zat ik met tachtig kilo lief en zwaar kindervlees op me. Eigenlijk zou ik naar mijn werk moeten, om nog te redden wat er te redden viel, maar ik kon zo niet weg.
Een radeloos gevoel maakte zich van me meester. Daarna kwam een eindeloos diep verdriet.
Wie houd ik voor de gek, dacht ik. Ik doe dan wel alsnog ik een gewone vrouw ben die haar gezin kan combineren met leuk werk, maar dat kan helemaal niet. Er hoeft maar een ding te verschuiven in mijn week, en alles dendert in elkaar. Ik ben maar een halve vrouw, mijn andere helft is altijd bij Ebel, en halve vrouwen kunnen niet werken. Mijn verdriet en mijn wanhoop gingen niet meer weg en tegen vrijdag was ik bijna zo ver dat ik mijn ontslag wilde nemen. Toen lunchte ik met mijn beste vriendin Marieken en zij praatte rustig en liefdevol met me.
‘Er zijn dingen die energie vragen en dingen die energie geven,’ zei ze. ‘Ebel vraagt bijna al je energie, schrijven en het lesgeven geven je weer energie. Dat moet je niet opgeven. Dan houd je de balans niet vast.’ Ik dacht daar verder over en ze heeft gelijk. Ebel komt op de eerste plaats, meteen daarna komen Frances en Robbert en dan Bob. Daarnaast heb ik mijn schrijfwerk en twee dagen op school. Als ik dat niet zou hebben, zou ik helemaal niets voor mezelf hebben. Ik moet daar niet aan denken. Maar met deze combinatie is mijn tijd vol en mijn energie op. Ik duik elke avond om uiterlijk tien uur mijn bed in en dan ben ik bekaf, elke avond weer. Ik heb heel weinig over en ik heb anderen, hoeveel ik ook om ze geef, dus ook heel weinig te bieden.
Het is een week waarin ik pijnlijk uitgleed en mijn leven onder een vergrootglas legde. Wat ik toen zag, viel me niet mee. Hoe ik het ook wend of keer, ik ben moeder van een zorgintensief kind en dat zal mijn leven verder voorgoed beïnvloeden. Wat ik ook doe of onderneem, ik zal daardoor andere dingen niet kunnen doen. Het blijft voor altijd een wankel evenwicht.

Hé Willemien,
Ik ben stil. En ik huil. Stille tranen…
Alles wat je schrijft weet ik al, alles wat je schrijft is waar en alles wat je schrijft is tóch ineens zo confronterend dat ik ervan moet huilen.
Gek hè, je schrijft echt niets nieuws.
Maar ineens realiseer ik me ook weer even dat ik het leven leidt van 2 mensen. In mijn eentje.
Het leven van Joris en het ‘normale’leven. En soms is die combinatie onmogelijk!
Het hebben van een zorgintensief kind…. Ik doe er zo graag ‘normaal’ over. Ik red het allemaal wel, dat straal ik aan alle kanten uit.
Maar soms ben ik ook de wanhoop nabij. Ben ik moe, verdrietig, heb angst voor de toekomst, kan ik het gewoon even helemaal niet aan en helpt zélfs die lippenstift niet.
En door jou blog komen al die gevoelens zomaar in één keer allemaal naar boven.
Het gevoel van verdriet overheerst.
Het verdriet dat ik er alleen voor sta en het verdriet dat ik dat eigenlijk niet wil en soms ook eigenlijk gewoon niet kan.
Ook ik wil wel een baantje, net zo één als jij. Twee dagen is precies goed, drie kan ook nog!
Verschillende malen heb ik me aangeboden, verschillende malen ben ik afgewezen.
Ik wil en kan alles en ben enorm flexibel, tussen 9 en 2. Zij willen meer maar meer kan ik gewoon niet geven. Ik wil wel, maar…
Ik ben écht flexibel, héél flexibel zelfs. Maar mijn gezin niet. Joris niet.
En dus schrijf ik, ik schrijf dus ik besta.
Zoiets.
Dus ik snap die wijze vriendin van jou wel. En ik snap ons ook heel goed.
Mijn geschrijf houdt me in evenwicht en haalt de scherpe kantjes eraf.
Maar nu, na je blog zit ik er weer even midden in en voel ik die balans wegebben.
Ik vind het zwaar ik vind het moeilijk en soms, soms kan ik het gewoon even niet en zeker niet alleen.
Maar ik heb geen keus.
Gedeelde smart is halve smart.
Dus, héél eerlijk, word ik eigenlijk stiekem ook wel weer een heel klein beetje blij van je blog.
Want zo weet ik wel weer dat ik niet alleen sta. Niet écht alleen.
Zo realiseer ik me weer even héél goed dat het hebben van een zorgintensief kind niet normaal is en dat het zwaar is. Gewoon heel zwaar.
En ja, we doen die lippenstift op, we genieten van hele kleine dingen maar dat is ook onze ‘overlevingsdrang’ want zo simpel is het gewoon af en toe.
We overleven.
Maar in al dat overleven en in al die moeilijkheden hebben wij elkaar en hebben al die anderen ons en dat is voor mij zóveel waard!!
Ik schrijf dus ik besta…. Zo simpel is het.
Maar ook huil ik, meestal stille tranen.
Maar ik weet nu weer dat ik niet alleen huil en dat alleen al maakt het wat gemakkelijker.
En weet je, we gaan samen gewoon zo’n cd kopen met geluiden van kabbelende beekjes, watervallen en een ruisende branding en als we het dan écht niet meer zien zitten zetten we die op.
Is dat geen goed idee!?!?
Extra dikke kus dit keer van Esther

Geen opmerkingen:

Een reactie posten