maandag 13 december 2010
Een juichend hart.......
Hoi Esther en Willemien,
Morgen wordt mijn dochter twee.
Sinds zij er is, kom ik letterlijk handen te kort.
Een foto waarop ik Ties door de sneeuw duw, Loesje in een rugzak draag en Rijk met een touw aan mijn middel op de slee vooruit sleep, vat de afgelopen twee jaar wel zo’n beetje samen.
Het was ploeteren.
Waarom neem je dan een derde, kun je je afvragen.
Maar we wilden het zo graag.
We wilden het nog één keer meemaken: dat lekkere normale.
Die blozende baby. Het kruipen, het lopen, het praten.
En later, hoopten we, heeft iedereen meer lol van een groot gezin.
Rijk heeft niet ‘alleen maar’ een gehandicapte broer die nogal weinig terug zegt.
Maar ook een zusje om mee te lachen, te stappen, of ruzie mee te maken.
En Ties heeft niet alleen maar een broer, maar ook een zusje dat hopelijk nog eens langskomt in z’n woongroep. Voor de gezelligheid, of, als het nodig is – en dat zit er dik in –voor hulp.
Ergens weet ik dat het allemaal nergens op slaat.
Want als iets zich niet laat dwingen, is het de relatie tussen broers en zussen.
Voor hetzelfde geld wordt Loes verliefd op een Chinees en zien we haar nooit meer terug.
Of weigert Rijk nog aandacht aan Ties te besteden omdat zijn psychotherapeut dat afraadt.
Het kan allemaal.
En het mag ook allemaal.
Zodra ik merk dat Rijk zich schuldig of zorgelijk voelt naar Ties toe, benadruk ik zo snel mogelijk dat wij er voor Ties zijn en dat hij zich daar niet druk om hoeft te maken.
Maar stiekem juicht mijn hart als ik zie hoe Rijk ongevraagd bij Ties een koekje in zijn mond steekt.
Of als hij over een strandhuisje zegt: “Die zou ik nooit kopen want daar past Ties niet in.”
En als hij weer een speciale ‘gehandicapten’ lego auto heeft gemaakt, knuffel ik hem dood.
Tegelijkertijd pikt hij speelgoed van Ties in met de mededeling dat “Ties daar toch niets mee kan” en parkeert hij zijn broer zonder pardon tegen een blinde muur als het hem uitkomt.
Ook Loes heeft no mercy. Een favoriete bezigheid van haar is met een speelgoedtelefoon op Ties’ hoofd te timmeren zonder dat hij iets terug kan doen.
Gelukkig maar.
Dat maakt ons gezin weer een beetje normaal.
Trouwens, Ties verweert zich prima. Als het even kan, gooit hij met een welgemikte spastische zwaai hun drinkbekers om.
En ook dan juicht mijn hart.
Liefs, Elise
Hé Elise,
Een juichend hart…….
Het is wonderlijk maar ondanks, of misschien wel dankzij mijn twee kinderen heb ik ook vaak een juichend hart!
Ik herken wat je schrijft over blozende en mollige baby’s.
Joris is bij mij de oudste.
Hij leek in het niets op die blozende baby.
Mager lag hij op zijn aankleedkussentje en knuffelen deed hem gewoon pijn, kwamen we later achter…..
En toen kwam Sophie.
Een klein rond bolletje, ze pastte precies in het holletje van mijn nek!
Zo raar en anders als het met Joris ging zo gewoon en makkelijk ging het met Sophie. Bij mij voelde alles “nieuw” bij mijn tweede kind.
Joris liep pas toen de boekjes mij gingen vertellen dat als hij nu nú nog niet liep ik me érnstig zorgen moest maken. Sophie liep met 10 maanden.
Joris zat al op logopedie voor hij überhaupt kón praten, Sophie kletste me al héél vroeg de oren van het hoofd.
Soms denk ik wel eens, zou het anders gegaan zijn als ik eerst die blozende mollige baby had gekregen. Zou ik dan eerder aan de bel hebben getrokken of zou ik er meer bovenop hebben gezeten?!
Vast wel.
Maar ook denk ik dat het resultaat precies hetzelfde was geweest.
Joris is Joris en dat zal altijd zo blijven.
Ik hou van hem, precies zoals hij is.
Sophie is Sophie én zoals ik al eens eerder heb gezegd is zij “mijn cadeautje”.
En toch, toch maak ik me soms zorgen.
Doe ik ze niet tekort? Krijgen ze beiden wel genoeg aandacht? Denk ik wel genoeg aan mijzelf en hoe moet dat later?!?!
Moet Sophie straks voor Joris zorgen? Wordt zij in haar keuzes straks beperkt door Joris?
Hoe geef ik hen beiden zoveel mogelijk hun eigen leven? En waar sta ik in dat hele verhaal?
Maar weet je, van de week zaten ze broederlijk naast elkaar in de auto.
Achterin, strak in de gordels.
Het was nog vroeg in de ochtend en het was héél stil. Zowel in de auto, en dát komt niet zo vaak voor, als daar buiten.
De wegen waren nog wit van de sneeuw en ik moest erg voorzichtig rijden.
De bomen waren prachtig wit bevroren en af en toe vielen er nog wat achtergebleven sneeuwvlokken uit de lucht.
Opeens keek Joris Sophie aan, zoals hij haar wel vaker aan kan kijken.
Hij staart haar dan aan en bekijkt héél goed wat ze doet. Het lijkt alsof hij alles wat ze doet héél diep in zich opneemt.
Zo ook nu, hij kijkt haar aan en zegt ineens “Sophie, ik vind jou wel héél lief!”.
Sophie kijkt terug, die directe broederliefde doet haar zelfs bijna blozen.
Ze kijkt hem ook aan. “Ik jou ook”, zegt ze terug.
Ik rij héél voorzichtig verder. Niet alleen omdat ik bang ben dat we zullen uitlgijden, nee, ook om dit mooie moment vast te houden.
Het is daarna weer stil.
Ik blijf me zorgen maken, ik maak me druk om de toekomst, ik heb twijfels, angsten en onzekerheden.
Maar daar, daar in die auto heb ik ook weer héél even een juichend hart!!
Liefs, Esther
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
weer graag gelezen allemaal, ik vind vooral jullie toon zo knap, het blijft luchtig, beetje zelfspot, en toch helemaal eerlijk. Fijn!
BeantwoordenVerwijderen