He Willemien
De zon schijnt en daar word ik toch zo vrolijk van!
De kinderen in de buurt komen weer naar buiten, de vogeltjes zingen vrolijk en het lijkt alsof iedereen letterlijk weer tot leven komt.
Heerlijk!
Sophie heeft skeelers. Verleden jaar bakte ze er nog niet veel van maar nu “leeft ze erop”.
Als ze uit school komt gaan de schoenen uit, skeelers aan en naar buiten….
Joris heeft dat zo eens een tijdje aangekeken en op een dag zegt hij “ik wil ook skeelers”.
Hmmm, als hij zelf aangeeft dat hij iets wil werkt dat meestal heel goed.
Ik neem zijn verzoek dus serieus en duik Marktplaats op.
Ik vind een paar stoere knalrode, nog bijna nieuwe skeelers en ik bestel!
Joris weet nog van niks.
En dan zijn ze er.
Joris zijn hoofd straalt als hij ze uitpakt, wauw!!
Ze moeten meteen aan en hij wil er op wegrijden.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Dit vergt wel enige oefening.
En dus gaan we iedere avond na het eten naar buiten, rondje door de buurt en oefenen maar.
Alle buren groeten Joris en zeggen hoe knap hij is, die 12 jarige lange lummel die aan mijn armen hangt.
Zelfs zijn leeftijdsgenootjes die ons voorbij skeeleren zeggen “goed zo!”.
Joris straalt……
Ik vergeet het gehannes van het aan-en uittrekken, dat hij zelf nog niet kan! Ik vergeet het gevloek terwijl ik hem al zijn beschermers omdoe, ik vergeet dat hij boos gromt als de sluitingen niet meteen goed zitten.
Ik vergeet het omdat Joris straalt……….
Dan wil Sophie op skeelerles.
En dusJoris ook.
Ik word wat nerveus….
Willen ze Joris er wel bij? Hij vraagt veel begeleiding! Durft hij het wel? Kan hij ’t wel?
Het lijkt bijna een schaduw boven ons net ontdekte skeelergeluk…..
Maar we gaan, door schade en schande wijs geworden, gewoon er naar toe met alle skeelers in de hand.
Sophie skeelert al rond en ik informeer even of Joris “als bijzonder kind” mee mag doen.
Het mag en ik geef aan dat ze na de les eerlijk kunnen zeggen of hij kan blijven of niet……
We hebben al vaker dit soort situaties meegemaakt………..
Joris huilt, dit is toch wel heel spannend.
Een juf neemt hem mee en dan straalt Joris alleen nog maar, een uur lang.
Wat een lieve mensen, wat een mooi gezicht!
Tussen al die “gewone”kinderen, gaat de mijne……
Ik ben trots op hem.
Dit is zo’n dag met een gouden randje.
En volgende week gaan we weer!!
Ha Esther,
Weer een stap gezet, of liever gerold op het ongrijpbare pad van de ontwikkeling van je kind.
Als ik het lees, haal ik er twee dingen uit.
Ten eerste de gezegende omstandigheid van een zusje, of bij mij zelfs een zus en broertje. Zij geven gemerkt en vaak ook ongemerkt zoveel voorbeelden zoveel impulsen. Daar kan geen therapeut of zorgverlener ooit tegenop. Ook bij Ebel zie ik zo vaak dat hij eerst een tijd lang kijkt naar wat Frances of Robbert doen en dan toch, op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo, het na gaat doen.
Soms denk ik ook wel eens even aan moeders als wij die geen andere kinderen hebben, en dan besef ik altijd weer wat een geluksvogel ik ben.
Ten tweede zie je dat je nooit, never, jamais, kunt zeggen wanneer welk kwartje gaat vallen. Ik weet niet door welke complexe hersenkronkels ze rollen bij Ebel en Joris, maar ze landen dan toch maar!
Ebel heeft net een intellectuele prestatie geleverd. Sinds maandag begrijpt hij het woord ‘want ‘. Dat doen veel vijfjarigen ook, dat weet ik, net zoals de meeste kinderen veel eerder skeeleren dan met twaalf, maar dat maakt onze trots niet minder.
Eerder meer zelfs, denk ik vaak?!
‘We gaan zondag niet naar de winkel, want die is dicht.’
‘We gaan zondag wel naar de Stadsjersmarkt, want die is open.’
Ebel straalt als hij deze nieuwe constructie uitprobeert.
Ik herhaal het meteen, met allemaal variaties, om te zorgen dat het echt een plekje in zijn hersenen krijgt.
Bob, Frances en Robbert zitten aan tafel.
Er is iets heel leuks,’zeg ik. ‘Ebel begrijpt het woordje ‘want’.’
Ze denken even na, dan zegt Frances als eerste dat dat heel knap is.
‘Want’ is beste een raar en moeilijk woord,’ zegt Robbert
Bob kijkt alleen maar trots naar alle drie.
De hele dag vallen mij alle zinnen op waar ‘want ‘in staat, want die zijn best lastig, want ze bestaan uit meer dan een gedeelte want ‘want voegt die twee stukken bij elkaar.
Ebel heeft een complex stukje taalkunde toegevoegd.
Jij trots en blij,
Wij trots en blij.
Want onze zonen leren maar door en door en door
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten