He Willemien,
Joris ging vanmorgen voor het eerst weer naar school.
En weet je……. hij was er.
Die hand.
Weet je nog dat we het daarover hadden, een tijdje terug.
Dat wij onze mannen ‘los moeten laten’ en dat er ook andere handen moeten zijn.
Hij was er dus en, man, wat een goed gevoel.
Gisteren was Joris nog vrij. Om de een of andere onverklaarbare reden hadden ze een extra dag vakantie.
Joris en ik gingen dus samen aan de slag.
Stofzuigen, badkamer poetsen, kopje koffie, we hadden het best naar ons zin.
En ook nog even naar de Albert Heyn.
Joris zit naast me in de auto en mijn telefoon gaat.
Ik neem op en hoor een juf van Joris zijn school.
Gek he, ik schrik. Joris zit gewoon naast me, niets aan de hand en toch schrik ik.
Ik merk daaraan dat wij altijd in de “stand-by”modus staan.
Ieder telefoontje, vooral van scholen en aanverwante gebouwen, kan gevolgen hebben voor onze net bevochten rust.
De juf vertelt me dat er wat veranderingen zijn.
Joris heeft meteen een invalster, de ‘echte’ juf is ziek. En in plaats van de beloofde meester krijgen ze nu een juf.
Zij dus.
Ze belde speciaal even op omdat ze weten dat Joris moeilijk tegen dat soort veranderingen kan.
Ze eindigt met goed nieuws, die juf, die ene, die toen ziek naar huis was gegaan, is er weer!
Jeetje, ik ben even stil.
Teleurgesteld dat de meester niet doorgaat, dat leek me voor Joris nou zo goed, maar blij met het telefoontje.
Blij dat deze juf begreep hoe Joris in elkaar zit en blij dat ze met me meedacht.
En nu ook nog die hand. Vanmorgen. Op die eerste schooldag.
Het is Joris allemaal teveel.
Een vol plein, mensen die hem aanspreken, een te volle kapstok en zitten naast een ‘vreemde’ jongen.
Ik voel aan zijn lange lijf dat het steeds strakker staat. Ik voel de onrust en de wanhoop daar zijn witte t-shirt heen en daar zijn de tranen.
Hij kan ze echt niet tegenhouden. Ik slik.
Maar daar is ook de juf.
Ze ziet het en neemt Joris langzaam van me over. Ze pakt zijn hand en hij zit bij haar. Hij is stil.
Ik zwaai nog even en loop weg.
Ik heb het gevoel dat dit wel eens een mooi jaar kan gaan worden!!!!!!!!
Ha Esther,
Je had me dit een paar dagen geleden gemaild, maar het lijkt wel alsof er sindsdien lichtjaren verstreken zijn.
Ook Ebel begon weer op school, en het ging twee dagen goed.
De derde dag schreef de school in zijn schriftje dat hij elke dag een kwartier eerder uit de les ging omdat het de taxichauffeur beter uitwam.
Daar zat ik en ik rolde weer eens van mijn stoel.
Ik had namelijk altijd begrepen dat de taxi aansloot op de schooltijden en ik wist niet dat het eigenlijk andersom was.
Kortom, ik klom weer in de pen en zette mezelf na tweeënhalve dag alweer als zeurmoeder neer.
Back to business, zeg maar.
De dag daarop had ik een sollicitatiegesprek en ik ga twee uren werken in de bovenop op diezelfde school van Ebel, maar nu in de Engelstalige bovenbouw, even ander doelgroepje dus.
Maar toch, hoe raar kan het lopen.
De drukproeven van ons boek rolden binnen, de redactrice heeft geweldig werk geleverd.
En toen vierde ik zondag mijn 50ste verjaardag en alles wat me lief is had ik gevraagd.
Jij kwam ook, met Joris en Sophie.
Joris hielp met afwassen in de keuken.
Ebel zat boven.
Ik liet me overspoelen door een diep geluksgevoel. Wat een bijzondere dag had ik.
En nu zijn wij, met onze kinderen, tweeënhalf uur lang gefotografeerd voor onze eerste echte column-in-een-blad.
Er is een week voorbij, de vakantie is pas net afgelopen.
Ik heb alweer van alles beleefd.
Wat hebben wij toch een geluk, wij moeders zonder grenzen, met onze grenzeloos afwisselende levens.
Denk jij ooit nog eens stiekem aan een normaal leven.
Ik wel.
Soms verlang ik ernaar.
Maar dan spreek ik mezelf meteen toe.
Wat zou dat saai zijn!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten