Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen

Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen
TWEE RARE FAMILIES BIJ ELKAAR.....!!! WAT EEN FEEST.....

donderdag 6 december 2012

Dromen en verwachtingen

Ha Esther, Hij is weer weg. De rust keert weer. Ebel was natuurlijk in een tophumeur de afgelopen weken. Er is immers – bijna – niets zo leuk als de tijd dat Sinterklaas in het land is. Ebel ging op de foto met talloze Pieten en zwaaide naar elke Sinterklaas. Hij plakte mutsen en boten en zong de hele dag een onverstaanbare versie van Sinterklaasje, Bonne, Bonne, Bonne. Ik keek het met gemengde gevoelens aan. Van de ene dag op de andere zijn de kinderen hier is huis groot geworden. Dat is een heel leuke fase waar ik van geniet. Geloof in Sinterklaas hoort bij de periode die achter ons ligt, maar door Ebel wordt die periode als het ware uitgerekt, verlengt, meegenomen door de tijd. Leuk, zo’n vrolijke en lieve jongen die naar Sint zwaait, lachen mensen die ons samen zien. Maar ik voel een raar verdriet. Ik wil zo graag dat Ebel zich blijft ontwikkelen, dat hij verder gaat. Daar hoort bij dat je over dingen heen groeit, dat je dingen achter je laat. Maar Ebel neemt ze mee en daardoor voel ik me even keihard geconfronteerd met de realiteit. Ebel is anders. Ebel ziet de wereld anders. Ebel is een kind in een steeds groter wordend lichaam. Dat is toch niets nieuws, zul je zeggen. Dat wist je toch wel. Ik wist het wel. Maar ik wist en weet het voornamelijk met mijn hoofd. Met mijn hart is het anders gesteld, daar blijven de dromen en verwachtingen langer in zitten. Door Sinterklaas moest ik dit jaar met hoofd en hart zien dat Ebel van zeventien bij de kleuters van vier hoort. Bah, wat voelde dat even rot! Gisteravond was het zover. We vierden het bij Oma Poes. Ebel genoot, pakte dozen vol video’s uit, die hij zelf had ingepakt en pakte ze aan het einde van de avond weer in voor zijn verjaardag in februari. Hij zat lekker in zijn eigen hoekje en genoot. Ineens stond hij op. Hij pakte een zak met cadeautjes. Ik dacht dat hij die ook voor zichzelf had ingepakt maar hij deelde ze uit. Chocolade voor papa, pepernoten voor Robbert en een geschilderd bloembakje voor mij. Het was laat, koud, donker, glad en het sneeuwde toen ik naar huis liep met de hond. Het nare gevoel van de afgelopen dagen was als sneeuw voor de zon verdwenen, terwijl die juist zacht om mij heen dwarrelde. Mijn hoofd en hart juichten samen. Ebel heeft deze Sint toch iets gedaan wat hij eerder niet deed. Hij was zelf ook Sinterklaas voor ons. ‘Je hebt gelijk,’zei mijn hoofd tegen mijn hart. ‘Dromen en verwachtingen moet je bewaren. Je weet immers nooit…..’
Hé Willemien, “Je weet immers nooit…” Die woorden gonzen een beetje na in mijn hoofd. Joris vroeg vanmorgen of de Sint weer weg was en ik zei “ja”. Daarmee is dat hoofdstuk hier weer afgesloten. Ik heb Joris écht eerlijk verteld hoe het in elkaar zit maar ach, dat kan ik nu wel zeggen. Joris ziet de Sint op straat, op televisie en overal…dus hij bestaat! Verder heeft hij weinig binding met de man. Een nieuwe dag begint weer. Ik heb hem vanmorgen met de auto naar school gebracht. Die auto die hélemaal vol sneeuw lag na die práchtige sneeuwbui van vannacht. Joris huppelde bijna door de gang… “We moeten krabbelen en de sneeuw kukelt ervan af als je de deur héél hard dicht gooit. En we gaan vast vastlopen (zijn grote droom) in de sneeuw en dan kunnen we er niet uit en de ruitenwissers mogen niet aan en …….” Hij wil van alles tegelijkertijd. Hij is opgewonden en dartelt in het rond. Door de sneeuw. Ik word ook blij van de sneeuw. De wereld lijkt vrediger, de mensen lijken aardiger en een bijna serene rust hangt er op straat. We doen alles wat Joris graag wil, dit keer mag hij zelfs hard de deuren dichtslaan, en met een bijna sneeuwvrije auto rijden we naar school. Ik laat hem achter op het plein en, bijna tot ongenoegen van Joris, zijn we niet vastgelopen. Thuis wacht Sophie, zij mocht een uur later naar school . De lucht is inmiddels prachtig blauw en ik wil naar buiten. “Zullen we gaan lopen?”, vraag ik haar. Lekker samen ploeteren door de sneeuw. Ze vindt het een goed idee! Bij school krijg ik vier kussen, zet ik mijn bonuskaart in en krijg ik er nog één extra en ik besluit om te gaan lopen. Alleen…met de krakende sneeuw onder mijn voeten. En ik denk na. Over mij, over mijn kinderen en over alles. En daar, in die stille sneeuw, met de zon die gewoon met me meeloopt voel ik me heel gelukkig. Ik zou wel uren willen lopen om dat ongecompliceerde gevoel vast te houden. Ik zou willen dat de wereld eeuwig wit, sereen en rustig bleef. Terwijl ik verder loop zie ik de sneeuw al een beetje smelten, ik word er nu al weemoedig van. Met iedere vlok die smelt komt mijn eigen werkelijkheid weer boven. Die is even niet rustig en sereen. Thuisgekomen trek ik mijn natte laarzen uit en drink warme chocolademelk en dan hoor ik ineens een piepje. Jij bent het.…. Een mailtje. Je blog. En dan lees ik die laatste zin : “Je weet immers maar nooit” Ik sta voor het raam en terwijl de zon me opwarmt kijk ik naar de wegsmeltende sneeuw. Morgen, morgen ligt er vast weer een dik pak verse sneeuw en dan komt allemaal wel weer goed. “Je weet immers maar nooit” X Es

Geen opmerkingen:

Een reactie posten