Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen

Welkom op het blog van Moeders zonder Grenzen
TWEE RARE FAMILIES BIJ ELKAAR.....!!! WAT EEN FEEST.....

woensdag 8 februari 2012

In de wolken....



Hé Willemien,
Ik las vandaag een verhaal over een hospice-verpleegster.
Zij heeft onder haar clientèle, stervende mensen, een onderzoek gedaan.
The Top Five Regrets of the Dying.
Poeh, dat wilde ik wel eens lezen. Ik heb daar zo mijn eigen ideeen over namelijk. Het komt in het kort hierop neer:
1.Men had gewild dat ze de moed hadden gehad om een leven “trouw aan zichzelf te leven” ipv aan wat anderen van je verwachten.
2.Mensen wensten dat ze niet zo hard hadden gewerkt. De meest waardevolle dingen in het leven (kinderen en partners) waren hierdoor tekort gekomen.
3.Spijt van het feit dat ze niet eerlijker geweest waren, mn over gevoelens.
4.Vrienden waren ze helaas uit het oog verloren.
5.Men was er (te laat) achter komen dat geluk een keuze is. Spijt van dat ze zichzelf daardoor tekort hebben gedaan.
En daarna haar hamvraag.
Wat zijn je eigen ideeen hierover?
Waar heb je het meeste spijt van en wat zou je nog willen doen cq veranderen voor je doodgaat?!?
Hmmm…
Nu vind ik doodgaan, sterfelijk zijn al een moeilijke gedachte.
Hoe kan ik Joris ooit alleen achter laten in deze grote wereld waarin ik eigenlijk alleen maar weet wat goed voor hem is?!
Da’s mijn eerste en meteen mijn grootste struikelblok.
Mijn tweede is dat ik van die motto’s heb waarnaar ik probeer te leven. Eén daarvan is: “Je kunt beter spijt hebben van iets dat je gedaan hebt dan van iets dat je niet gedaan hebt.”
Ik zou dus eigenlijk geen top 5 kunnen hebben. Niet eens een top 3…
Ik kan immers nergens spijt van hebben. Ik heb het tenslotte wél gedaan.
Het zijn dit soort artikelen die me wel aan het denken zetten.
Niet over de dood, nee, juist over het leven.
Buiten sneeuwt het nu vreselijk hard, de wereld wordt langzaam steeds witter en ik mijmer een beetje door.
Ik worstel een beetje. Met mijzelf en met de gedachte bij de dood.
Soms komt die ook ineens zo gevaarlijk dichtbij.
We reden verleden week door een regenachtig landschap. Een beetje troosteloos, grijs en met veel wolken.
Sophie keek door het raampje van de auto naar buiten en zei opeens: “Zou opa Simon nu niet vreselijk nat worden?”.
Ze heeft nog de heilige overtuiging dat je na dit leven gewoon rustig op een wolkje gaat zitten en van een afstandje dit aardse leven verder bekijkt.
Hoe zou dat zijn?
Jij en ik op een dikke witte wolk. Allebei de leesbril op de neus en een laptopje op schoot.
Van bovenaf bekijken we onze jongens en we blijven hun avonturen gewoon opschrijven.
‘Hemelse post’, lijkt me wel een leuke titel voor dat nieuwe boek.
Wat vind jij?
Ik vind het wel een mooie gedachte.
En verder denk ik maar niet teveel en vooral niet te vaak na over het hiernamaals. En die hospice-verpleegster…
Wat denk jij?!
Zou ze nog stervende mensen aan het intervieuwen zijn of huppelt ze nu ook door de sneeuw en gaat nu écht genieten van het leven?!
Ik weet het niet zo zeker.
Ik weet wel wat ik ga doen.
We trekken onze dikste jassen en slaan een sjaal om de nek. Wanten worden gepakt en we stappen in die hele dikke winterlaarzen.
Met de slee in de hand gaan we naar buiten.
Genieten, genieten van het NU!
We zwaaien even naar de wolken en we gaan!!!!! Ga je mee?!


Ha Esther,
Je maakt het me moeilijk, ook in mijn gedachten gaan de laatste weken naar de ernstige zaken in het leven. Onverwacht - want zo gaat dat - kwamen ziekte en verdriet naderbij. Dat zet me dan aan het denken over de grote levensvragen, maar net zo goed over de kleine, wat kan en wil je als mens doen, hoe kun je helpen en hoever moet je daarin gaan? Veel vragen kwamen boven, de antwoorden hielden zich muisstil.

Gek genoeg dacht ik juist deze week ook heel sterk aan spijt. Toen ik Engelse taal- en letterkunde studeerde ging ik met een toenmalig vriendje naar the Cotswolds in Engeland, een sprookjesachtig mooie omgeving. Ik was niet gelukkig. De studie bracht me niet wat ik had gehoopt, de relatie ook niet en ik durfde nergens iets aan te veranderen.
In het dorpje Broadway kwamen we op een kasteelachtige boerderij terecht waar je kon tea-en. Daar troffen we een vrouw die voelde dat ik alleen was en ze trok zich mijn lot aan. Ze zorgde ervoor dat we met haar zoon naar Shakespeare in Stratford upon Avon konden en ze vulde een picknickmand voor in de pauze op het gras in de warme zomernacht. Toen we weggingen gaf ze me een boek van Emily Dickinson. Het hele jaar daarna dacht ik aan die vrouw, maar ik dacht soms dat ik haar misschien verzonnen had, ze was bijna too good to be true geweest. Ik deed niets, stuurde geen kaartje, geen cadeautje.
De zomer daarop gingen we er opnieuw heen. Met het toenmalig vriendje ging het niet goed, hij had een nare ziekte (waar hij later helemaal van genas). Het jaar was vol zorg geweest en die was toen niet voorbij. Ik wilde zo graag weer in het bad van liefde van die mevrouw stappen maar toen we aanklopten en ze opendeed waren haar ogen koud en haar stem afwerend.
Terecht, wist ik meteen. In alles had ik dat ene minuutje voor dat kaartje of dat cadeautje toch moeten vinden. Er was geen excuus voor het feit dat ik niets had laten horen. Snel gingen we weer weg.
Daarna genas het vriendje, maakte ik het uit, sloeg ik andere wegen in en werd ik veel en veel gelukkiger. Af en toe denk ik aan die vrouw en net als toen vraag ik me soms af of ik haar gedroomd heb. Van de week googlede ik het adres en de familie woont er nog. Ik zag de naam van haar dochter, tenminste dat denk ik.
Net voor jouw blog besloot ik die dochter te schrijven, die veel te lang uitgestelde woorden van dank te schrijven. Ik wil vertellen wat haar moeder voor me deed, toen ik jong en alleen was. Ik wil haar laten weten dat het iets aan mijn persoon heeft toegevoegd en is opgeslagen in de schatkist van mijn meest kostbare herinneringen. Die kist hoop ik nog heel veel verder te kunnen vullen, maar met wat er daarna is bijgekomen ben ik al zorgvuldiger omgegaan. Ik zal er af en toe eentje vergeten zijn, maar na die dagen in Engeland gebeurt het me niet vaak meer dat ik niet reageer op iets onverwacht aardigs (hoop ik!).
En als het me daarnaast een ding heeft geleerd dan is het om verder te kijken dan je neus lang is. Als iemand echt boos is, zoek ik naar het verdriet daarachter. Als iemand zich echt van me afwendt, probeer ik die in mijn armen te nemen. Maar ik weet ook dat je, als iemand je echt heeft teleurgesteld, je dat mag laten zien. Dat je zacht moet proberen te blijven, maar soms ook hard mag zijn. Geen spijt omdat je te weinig hebt gedaan, geen spijt omdat je iets te ver liet gaan, precies ook waar jij me over blogt. Ik wil daar graag nog veel meer in leren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten